Thuis is waar het zwembad staat

Thuis is waar het zwembad staat
Toen werd het zomer!!!

donderdag 8 mei 2014

Lieve vrouwenhater...

Het begint met een verhaal uit de oude doos. In 1976 kwam ,,de vrouwenhater'' in ons leven. Een overweldigende meerderheid had hem verkozen tot onze grote baas. En dat was een unicum want de man was door zijn onderdanen heu ,,geplebisciteerd'': hij was niet eens kandidaat. En wij (de hele redactie, om de bende maar een naam te geven), zag hem graag. Welja, er waren ook grommelaars, en die noemden hem dus een vrouwenhater. Omdat hij vrijgezel was, altijd recht voor zijn raap en hardop zei dat hij niet tegen tranen en andere flauwiteiten kon. Of tegen intriges, als ze bij hem geen gelijk kregen. Lang geleden, helemaal waar. Gisteren zijn we de man gaan opzoeken in een rusthuis. Ik was er eerlijk gezegd een beetje ,,ondersteboven'' van. Hij zat op de televisie naar een soort rechtbankserie te kijken en toen had ik nog verwacht dat hij zou zeggen: ,,zeg, ik ben wel aan het kijken hé''. Dat was de eerste verrassing. Mijn naam kende hij nog wel, ,,maar ik herken u niet zenne'' zei hij lachend. ,,Ha ja, een ouwe madam geworden hé'' grapte ik (niet helemaal van harte...).Ik mocht hem een zoen geven, en een knuffel. Toen kwam de verpleging zeggen dat we naar zijn kamer moesten gaan, want dat er een vergadering was. En schoot onze baas even in zijn oude rol: ,,Jullie moeten het weten hé, eerst moest ik naar hier komen, dan weer weg!'' Met een lachje, maar met de stem van vroeger. Wie hem niet kende moest gedacht hebben ,,wat een ijzervreter''. (Zijn vroegere bijnaam, verdiend dank zij zijn belangstelling voor het leger.) Maar in de gang verloor hij zijn masker en nam hij mij stevig bij de hand. De rest van het verhaal is een lange memory lane. Hoe hij de avond dat de Herald of Free Enterprise zonk en ik avonddienst had hij op zijn knieën naast mijn bureau kwam zitten, de warboel aan verslaggevers op het strand van Zeebrugge ventileerde en mij dicteerde wat ik moest schrijven. Het was net een avond dat de krant om technische redenen vroeg moest sluiten. Daarna bracht hij mij met de wagen naar huis ,,maar niet in de stad hé want daar ben ik al eens verloren gereden'' gromde hij die avond. Een baas met een bescheiden wagen (ik heb er later andere gezien). En in Vilvoorde smeekte ik hem om zijn bocht naar de E19 wat voorzichtiger te pakken, want wat zou er geroddeld worden als we verongelukten. Ik heb het gisteren terug opgehaald, en we lachten en ik verzekerde hem nog eens dat hij de beste baas ooit was omdat hij streng maar rechtvaardig was. Ja, dat wist hij nog, dat er velen waren die hem streng vonden. Ik bekende dan maar dat ik altijd over hem sprak met zijn familienaam, maar dat was omdat de anderen dat ook deden. En dat hij mij het gevoel had gegeven dat ik meetelde, ook al waren mijn schrifturen niet direct zijn geliefd onderwerp. Hij had mij zelfs eens willen overhalen om naar ,,onze jongens in Duitsland'' te gaan, om te kijken hoe ze het daar stelden. Ik zag het niet zitten, en hij had begrip voor mijn argumenten. Het was de tijd dat ik nog lang haar, rokjes en hoge hakken droeg. Ik zag mij daar al rondlopen als ,,onderzoeksjournalist''. Of hij het allemaal nog haarfijn begrepen heeft? Ik denk het niet, maar het afscheid was hartelijk en hij heeft ook nog gezegd dat ik waarschijnlijk ,,een goede inborst had''.