Thuis is waar het zwembad staat

Thuis is waar het zwembad staat
Toen werd het zomer!!!

donderdag 31 augustus 2017

HA JAA...

Nooit te laat (te oud) om iets te keren, dat heeft Malief dezer dagen een beetje lacherig ondervonden. En dat zit zo: in dit redelijk van kastjes, laden en donkere krochten voorziene huis (bouwjaar 1937 of zo) is het  mijn opdracht geworden om alle rommel (genante en andere) op te ruimen. Doet mij beetje aan Bomama denken die  al jaren voor ze naar de home vertrok mij verwittigde dat er van vier generaties twijfelachtige nalatenschap was achter gebleven.
Hoezo? Daar was ,,peterke'', Malief haar overgrootvader, en binnenschipper die in Brussel bij zijn dochter Agatha kwam wonen. Dat  was mijn grootmoeder die zich ,,Caroline'' liet noemen want ,,Agat wa was da nu ne naam''.. Gelukkig was Peterke en Moeder overleden voor het oorlog werd. In de jaren vijftig verhuisden Caroline en man mee naar onze nieuw gebouwde woning, en jawel, op de zolder kwam een koffer terecht van de binnenschipper en zijn vrouw die een trouwboekje hadden waarin een stuk of vijftien kinderen stonden...Er werd gezegd twintig...En bruine foto's en rare verfrommelde documenten, en brieven van verstoten vriendinnen. Malief heeft ze als veertienjarige allemaal mogen zien...omdat Caroline ( mijn Meter) haar bed jaren heeft gedeeld met...mij omdat haar man ondertussen gestorven was. Tja, het was een tijd dat meisjes nog gehoorzaamden...
Langdradig, ik geef het toe. Maar ik kom ter zake.
Aan een redelijk avontuurlijk (hm) leven heeft Malief dus ook laden vol brieven overgehouden. Zeer leerrijk, wat grietjes in de pubertijd allemaal schreven...En hoe weinig ik zelf snapte...
Eén voorbeeld. Zo kreeg ik als 16-jarige een brief van een Duitse jongeman van 19 die zijn adres op een stukje Atomium had gekrast. En hoe zijn zotte grietjes hé: ik had hem een briefje geschreven. Wat ik zelf geschreven heb ( 't zal een geweldig Duits geweest zijn!) weet ik niet meer, maar zijn lang antwoord was veelzeggend. En die brief heb ik dus nog eens gelezen. Eén zin had ik toen zeker niet gesnapt. Hij en zijn neef Peter  vreesden dat ik een oude meneer was...Maar mijn foto had hen gerustgesteld.
In dezelfde lade lag een bierkartonnetje en ik dacht: Heu? Ach ja, op de achterkant stond naam en adres van Bodo Feige, een Duitser die ik later op schoolreis in Rüdesheim had ontmoet en jawel: grote liefde. Maar brieven moesten we niet meer schrijven. Een week later stuurde zijn kameraad zijn doodsbericht uit de krant naar een klasgenootje. ,,Er prallte mit seinem Wagen gegen ein Lastzug an''. Het enige Duits dat ik een halve eeuw heb onthouden.

En op vraag van een lezertje: in 1961 was ,,grote liefde'': een arm rond je schouder, handjes vasthouden en tot slot even mee op de trein springen en de belofte herhalen: jij schrijft mij, ik schrijf jou!  Ha ja, zijn boeket bloemen heb ik onder mijn klasgenootjes verdeeld.

maandag 21 augustus 2017

BOODSCHAP...

PAS OP
KOER IS
GLAD
Al meer dan tien jaar plakt een gele post-it op de binnenkant van de garagedeur. Een boodschap van de Meester die er zijn paraaf onder zette. Net als de Meester zijn de mensen die moesten op passen er nu ook niet meer.
Het moet de winter van 2003  geweest zijn. Het had hier 's nachts flink gevroren en er lag zelfs wat aangekoekte sneeuw in onze kleine tuin. Louis en Maria werden verwacht. Ze kwamen kijken naar de Kadokes,, met als ere-titel ,,moeke'' en ,,vake'', want ze waren de ,,andere' grootouders.
Vorige week hebben de Kadokes afscheid genomen van hun ,,andere'' opa. Waarna Malief als laatste ,,grootouder'' overblijft. Eerder hadden ze mij gevraagd wat ik nog kon vertellen over vake. Ik heb over het briefje verteld, en dat ,,moeke'' met de bus kwam uit Willebroek om met de (zware) tweelingkoets door de Kruidtuin te wandelen. En dat ze toen misschien zelfs al ouder was dan Malief nu.
Dat gele briefje hangt er nog (ik ben speciaal gaan kijken). Er plakken wat spinnenwebben op  en zover ik mij herinner heeft het  niet meer geijzeld in onze kleine tuin.

zondag 6 augustus 2017

UIT DE OUDE DOOS

Bij gebrek aan verhalen over schattige nakomelingen  _ tja, lange lorejassen die je op de trap zetten  om min of meer op niveau te knuffelen_ was Malief vanmorgen in een vergeelde knipseldoos gesukkeld. Om te beginnen om te achterhalen of het geheugen haar niet in de steek liet, want in de lijfkrant stond vandaag dus een verhaal over Eddy Bellegueule. Maar dat was de aanleiding, daar had Malief in 2015 inderdaad nog een recensie over geschreven.
En toen kwam daar de knipselmap, en een verhaal, niet over de Kadokes, maar over de rechtstreekse nakomelingen.. Over de Brusselse roots en hoe dat in het ter ziele gegane ,,Beknopt Verslag'' (DS en NB...)verscheen..U leest toch ook?

EEN FAFOEL MET SJOENKELPUUTE
Lange Jojo en zijn Jules Cesar zijn er in niet geringe mate verantwoordelijk voor: mijn dochters hebben hun Brusselse wortels ontdekt. Met een beetje hulp van de Mechelse lokale radio, wel te verstaan, waar ik Lange Jojo het zondagse verzoekprogramma liet teisteren temidden van klubliederen  van Malinois en Racing. Aanvankelijk was de belangstelling maar matig, ze snapten er eerlijk geen fluit van.
 Het geluk heeft me dan een handje geholpen: als trouwe Anderlechtsupporters wilden ze voor de lol weleens het woord ,,kassuul'' leren uitspreken. Mijn grootmoeder kon dat zo lief tegen mij zeggen: ,,zot kassuul''... Hun u's klonken echter afschuwelijk, en voorts betrapten ze mij voortdurend op kontradikties: mijn zogenaamd Brussels klonk helemaal niet zoals Lange Jojo. Natuurlijk, ik heb ook Brabantse wortels.
  Maar je moet nooit wanhopen. Want toen gingen ze logeren bij hun Brusselse bomama. En bleek het Brusselse nichtje te vrijen met een knaap met puntschoenen en maniertjes.  Dat was dus een fafoel.. Niet dat je niet modieus gekleed mag zijn hoor, maar je moet wel wat in je hersenpan hebben. Dan ben je een ,,fakain''. Iemand die iets stiekem uitspookt? Dan ben je ,,nen haimelaiken doeiker''. Een onnozelaar -zonder nette kleren- is een  ,,taike boem'' en iemand zonder haar is ,,nen blich''. Tussendoor leerden ze nog dat iemand die struikelt ,,sjoekelpuute'' heeft en al blijft hun uitspraak _evenals mijn fonetische spelling_ lamentabel, ze hebben de smaak te pakken en leren schoolviendinnen ,,vreemde woorden''. Maar de mooiste beloning kwam toen ik dezer dagen mijn keurig pratende jongste tijdens de voetbaluitzending entoesiast hoorde roepen ,,da's ne straffe ket..''

Het verhaal dateert uit 1983, vandaar de voor hedendaagse ogen bizarre spelling...
En ik noem het ook stilletjes een eerbetoon  aan ons mama die ik sinds vorig jaar nog altijd mis.