De naam heeft Malief niet uitgevonden, hij floepte ineens weer in haar lichtjes aangetast geheugen. Dat was dus de naam van haar vader. Malief noemde hem pa.
Dat heeft natuurlijk alles te maken met een bezoek aan zijn ,,rustplaats''. En kreeg ze al te veel herinneringen aan de tijd toen zij een meisje was en, wat ze in Brussel ,,quantité nèglijable'' (de juiste spelwijze is anders) noemden. Tja, het zal wel geen toeval zijn dat haar moeder zo vaak herhaalde dat maskes sterk moeten zijn.
Maar soit, de jongens gingen naar Sint Jan Bergmans , de vriendinnen naar de Moutstraat, Pa stuurde haar naar Schaarbeek, niks Latijn en voor meisjes nutteloze leerstof, in het beste geval zou ze wel schooljuffrouw worden en als ze trouwde kon je in die ultrakatholieke tijd ook niet langer les geven...maar voor kindjes zorgen...
Dat ze toch naar Leuven kon dankte ze aan juffrouw Haems die haar les gaf in statistiek. Dat er nu een richting was waar je geen Latijn moest voor kennen...Pol en Soc. en omdat ze zo graag schreef...Pa capituleerde maar vertelde aan familie, vrienden en kennissen dat ze ,,het maar ging proberen''.
Bijna einde verhaal. Toen ze tot slot met de toen nog studerende Meester thuis kwam was het, wonder boven wonder oké: Pa had in zijn jonge jaren de oom van de Meester zien dirigeren op een Vlaams feest...I count my blessings werd haar lijfspreuk. Want van hem mocht ze wel de wereld zien...