Thuis is waar het zwembad staat

Thuis is waar het zwembad staat
Toen werd het zomer!!!

zaterdag 31 december 2016

RUIMTEREIZIGER

Juist, Malief voelt zich precies een ruimtereiziger. Dat heeft te maken met het nieuwe getal dat ik op de nieuwjaarswensen  gebruik. 2017? Waar heb ik ondertussen gezeten? Of, dat had ik echt niet zien aankomen...
Eigen schuld natuurlijk, met al die overlijdens van bekenden en overjarige films op de tv.
De eerste schok kreeg ik met de documentaire over David Bowie...in zijn apenjaren. Een schriel ventje met nepschouders en een bipolaire stoornis.  In de jaren zeventig hield ik mij blijkbaar met andere dingen bezig. Toen Minneke op hem verliefd werd had hij al wat vet op zijn knoken maar liet zij zich blijkbaar inspireren door de geraamten van Zigi Stardust . Dit is een bedenking voor insiders.

Beter te volgen is mijn verbazing bij het zien van Et Dieu Créa la Femme. In onze jonge jaren des duivels, te mijden, schande, verwerpelijk.
Natuurlijk hadden ze gelijk: BB speelt zo onnoemelijk slecht, het verhaal komt blijkbaar uit de koker van een gefrustreerde puber...en Saint Tropez was nog een schroothoop. Alleen het feit dat ze het op Arte brachten deed mij, simpele ziel, denken dat het beter ging worden. Zou Curd Jurgens misschien iets straf doen (bwah, hij wordt neergeschoten in plaats van BB en stapt dan lachend in zijn wagen....die wauw, wel 120km per uur doet, om zich in Nice te laten verzorgen zonder dat de politie er weet van krijgt) en Trintignant is nog zo jong dat hij heel vakkundig een onnozelaar speelt. Toen was het gelukkig ,,gedaan''.. Och ja, en een slecht voorbeeld voor de jeugd: zo lang in de zon liggen bakken zonder zonnecrème? Als je je soms afvraagt waar ze haar huidige rimpels heeft opgedaan...
.Het enige wat ik over de film uit eerste hand in mijn jonge jaren hoorde kwam van LDL en die zei: ,,Ze heeft nog lelijke benen ook''. Tja, dat is dus pertinent onwaar.
NB Ik moet toch niet verduidelijken wie BB is hé? Want de jeugd van tegenwoordig...

zondag 18 december 2016

VERGISSING

Malief twijfelde even of ze als titel ,,De wraak van Jimmy'' zou kiezen, maar bedacht dan dat het zo al genant genoeg is.
De feiten (afwijking te danken aan de Meester) speelden zich  af op zaterdagavond om 22uur. Stipt. Twee lange beltonen aan de voordeur, ten huize Malief een teken dat het familie of vrienden zijn. Ik kwam van onder mijn dekentjes, bedacht dat die twee sjofele truien vrienden niets kunnen schelen, slofte op gewatteerd schoeisel naar de voordeur, begon mijn nachtsleutel te zoeken en zag iemand staan die blijkbaar in het licht van een tablet tuurde. Tien uur 's avonds is wel laat, maar een vriend in nood...
 Toen ik (eindelijk) de deur open trok zag ik mijn vergissing. De beller, jong, knap exemplaar met lange rastalokken had al een voet op de trede, bekeek mij geschokt, loerde naar mijn naamplaatje en dan weer naar zijn tablet, maar ik was ietsje rapper. Een vergissing zeker? De knaap, een exemplaar in mooi ebbenhout, kromp een halve meter. Dat hij een kop als een pioen kreeg was met zijn huidskleur niet te achterhalen. ,,Sorry mevrouw, sorry'' stamelde hij'' en droop af.
  Pas vanmorgen bedacht ik dat je om tien uur 's avonds wel eens op zoek kon zijn naar een ander soort gezelschap, en dat hij daarom zo geschrokken was. Hihi.

dinsdag 13 december 2016

SPEKTAKEL

Malief woont in een straat waar nooit iets gebeurt. Echt waar. Nu ja, er loopt al eens een kat weg, een mevrouw  zet al eens haar fiets op mijn stoep_ waarna de overbuur vraagt of ik een nieuwe poetsvrouw heb?- maar anders? Niets.
Tot vandaag. Rond halfvijf meer dan normale kreten, bonken , krijsen bij de buren. Nu ja: die hebben de gewoonte om hun deur met enig elan dicht te gooien, maar niets om mij uit mijn spannende lectuur te halen. Er komt sirenegeloei bij te pas, maar het ziekenhuis is niet ver, dus...
Dan krijg ik kerstverlichting via  twee politiewagens met sirene en zwaailichten. Op Mijn stoep. Maar of ik ga kijken? Ja ség?
Op de achtergrond geschreeuw, gebrul, getier, gestamp, mijn lectuur wordt iets moeilijker. Zal ik de rolluik maar aflaten?
Zal het maar toegeven: menselijk opzicht heeft mij belet om te gaan kijken. Glurende buren? Bah. Tja, 't is wel mijn  stoep.En dit wordt toch beter dan mijn boek.
 In het midden van de straat een vrouw die in een sappig taaltje de wetsdienaars gebiedt om haar in de boeien te slaan en haar ,,in den bak te steken''. Het verkeer in mijn deftige straat vertraagt, hier valt wat te bekijken....
Dan krijg ik uitleg van een oud stagiair van de Meester, die er alles van weet. De vrouw is kwaad op haar zoon omdat hij al tien jaar dopt en alleen maar kindjes maakt. Die onverlaat  is dan mijn buurman, als ik het wel begrijp. En de mevrouw die absoluut  ,,gevankelijk ''wil worden meegenomen is in feite iemand die het beu is om voor zoontje te blijven betalen...'' Maar eerst wil ze haar saccoche nog, en daar zit een hondje in, en een brave flik denkt dat die wel mee kan naar het buro maar de zoon pakt de saccoche
Mijn mobieltje belt. Een familielid heeft in het voorbijrijden de politie op mijn stoep gezien, en of alles in orde is?  Gelukkig was het maar één familielid. De anderen weten van niks. Tot ze dit lezen...

zondag 11 december 2016

HEMELS

Malief heeft het natuurlijk niet zelf gecontroleerd, maar als dit concert uit de hemel komt dan ken ik een pak recent en al een tijdje verdwenen familieleden die er daar- al dan niet op een wolk-zullen van smullen.
Waarmee hier even bewezen wordt dat Malief niet altijd een zeur (zaag) is als ze een ,,cultureel evenement''  bijwoont dat vooral op haar lachspieren, schaamtegevoelens  enzovoorts werkte.
Komaan, dit was de inleiding.
Gisteravond, zaterdag 10/12 van een hemels concert genoten. Voor een keer geen bijnamen. CantusAmici bracht in een Mechelse kerk (Pieter en Paul, die verdorie ook bloedmooi gerestaureerd is) een sublieme Messe De Minuit met Duitse en Franse barokwerken. Dat schrijf ik keurig af uit het programma, ik ben geen kenner.
Een bomvolle kerk, dat bestaat vandaag nog. En zelfs een kwartier voor het aanvangsuur belandden we al op de laatste rij. Niet erg, het was niet om te zien maar om te horen.
Prettig bijkomstig: sommige mensen van jaren geleden herkend en enthousiast gezoend.  Vooral dat ,,herkend'' is voor Malief belangrijk. In de pauze had ik eerst  naar de naam van het gezelschap geïnformeerd (die waarschijnlijk, net als vroeger, een sigaretje was gaan opsteken...) En hoera, juist.
Minder prettig bijkomstig: steenkoude voeten. Maar mensen die het kunnen weten kijken daar niet van op. Zelfs in bed draagt Malief warme sokjes...

maandag 5 december 2016

ARME ELS...

Is er iets leuker dan gelijk krijgen? Beter nog, horen dat je nog helemaal in het plaatje past, dus niet ,,te oud'' om een bekende grappenmaakster ,,flauwe kul'' te vinden, niet op te veren bij de verzoeknummers als ,,de Marie-Louise'' en niet hardop te lachen? Vandaag allemaal gelezen in mijn lijfkrant  waar de recensent ruim twee weken na Malief de show van  Els in Antwerpen zag.
Hèhè.De nijvere journalist gebruikte wel ouderwetse beschrijvingen, zoals ,,boertig''. Dat zou mijn pa ook gezegd hebben. En hij gebruikte  het net bij de passage van de tante uit Gent, wat ik nu stilletjes wel te pruimen vond. Of is dat ook dubbelzinnig?
Maar goed, misschien mocht hij in zijn krant niet zeggen dat de passage van het varken en zijn sossis  het summum van wansmaak was. Twee sterren, wie spendeert  daar 25 euro aan?

maandag 28 november 2016

WAUW! BLOOT!

Eerst een kleine confidentie: Malief heeft makkelijk ijskoude uiteinden. Voetjes dus. Je zal mij zelden of nooit mijn  poezelige pootjes zien showen als de temperatuur onder twintig graden gaat.
 Vandaar dus mijn grote zorg toen ik mijn hartendiefje, Kadoke2, wat dacht je, al enkele maanden met blote enkels in haar laarsjes zie stappen. Maar natuurlijk zeg ik niets. Bemoeizieke Malief, je kent mij nog niet. Wel beetje fronsend gezien hoe ze haar sokjes oprolt tot onder haar hiel (???), een paar weken geleden een pak zwarte minuscule voetsokjes op haar bureautje gelegd (stille wenk). Daarop volgde prompt  haar geëigende :,, ho top, dank u' Waarna de jeanspijpjes een paar draaitjes werden opgerold, tot aan de enkel. Welwel?
Komaan, dit wordt een biecht. De ooit zo pientere modejournaliste heeft  het licht gezien. Want wat loopt er deze ijskoude middag in de winkelstraat, kwetterend, lachend, met de eeuwige sluike, min of meer gekamde, min of meer mooie en meer dan schouderlange manen? De schoolmeisjes. En ze hebben nog iets gemeen: blote enkeltjes onder de  opgerolde jeans.
Om mijn ontreddering compleet te maken: in de nieuwste Esprit-advertentie voor deze winter heeft  het model ook  opgerolde jeans en blote enkels.
Wie heeft die grietjes nu verteld dat de enkel zo'n tweehonderd jaar geleden héél sexy was?
Ik niet. Ik ben met pensioen.


Vandaag dinsdag 29 november op het VTM-nieuws: de blote enkeltjes. Gisteren in de blog van Malief, vandaag VTM-nieuws. Ik ga ervan Naast mijn schoenen lopen...

Slik. Vandaag 30 november in het Nieuwsblad.
Dat zijn pas nieuwsjagers...

En tenslotte lees ik vandaag 2 december in het weekoverzicht van De Standaard dat Flanking héél gezond is. Ha ja, want dat wist u nog niet: het verschijnsel heet Flanking...

woensdag 23 november 2016

JULLEKE

Op zoek naar een gepaste schuilnaam voor de oudste neef ((wij zeggen kozijn, maar dat is iets voor onder het raam) kwam Malief op ,,Julleke''. En bedacht toen dat Julleke een uitvindsel (!) was van de Meester, uit de tijd dat Lottepoes en Kalamity nog in sprookjes geloofden.
Ze moeten mij maar terechtwijzen, maar ik herinner mij nog dat Julleke een wit paard was dat in hun fantasie aan zee wel eens opdook. En dat ze verontwaardigd reageerden als ik een gevlekt exemplaar ook Julleke noemde.
Maar dit terzijde.
Gisteren Julleke bezocht. De neef, dus. Hij is voor een kort verblijf in een bejaardenhome om de medicatie aan te passen, maar ondertussen zat hij daar maar. Heel vreemd, een bijna leeftijdsgenoot  die een jaar geleden nog zelf zijn tante Mène (ons mama) ging bezoeken. In mijn herinnering stond hij altijd een trapje hoger: al aan de unif terwijl ik nog achter de Troubadours van Koning Boudewijn liep...of minzaam luisterend naar de aangebrande mopjes van een Brussels nichtje die wel zo slim was om ze in het Frans te vertellen. Alsof ik geloofde dat ,,un maquereau'' ,,nen boestering'' was.
Dat heb ik hem dus gisteren allemaal nog eens verteld en hij zei minzaam dat het een rare was, maar ja, van Oostende, van de kust hé. (Lief dat hij niet zei ,,een brusseles''.) En dat was geen vergissing: de familie van haar jong overleden moeder woonde in Oostende.
Natuurlijk heb ik nog veel meer verteld. Mijn gebabbel is legendarisch, ik weet het. Tussendoor verorberden we een ijsje, en hij stapte daarna resoluut in de juiste gang terug naar zijn kamer. Bij het afscheid formuleerde ik een slap excuus. Dat ik zoveel gebabbeld had maar dat ik  de vorige dag geen woord had gezegd. Dus... Ja, lachte hij, en dees is beter dan een psycholoog of een psychiater hé!
Voilà. Daarna zocht ik de uitgang. En ben verloren gelopen...


vrijdag 18 november 2016

Zeep...

Het moet pakweg twintig jaar geleden zijn dat Malief het onding in haar mizerabele hotelkamer ontdekte. En laat mij meteen een misverstand uit de wereld helpen: modejournalisten logeren zelden in luxueuze resorts als de krant het zelf moet betalen. Dat was alvast de gewoonte in ,,de goeden ouden tijd''. Vooral Parijs en Milaan waren tijdens de grote defilés snel ,,uitverkocht'' in de categorie ,,proper en betaalbaar''.
 En wat doe je dan 'smorgens tussen 9 en 10, net voor het eerste défilé? Televisie aan, en met één oog op France Deux een soap verorberen. De kenners (geef maar toe) weten dat het om Amour, gloire et beauté gaat.
In de beschaafde wereld (bij de VRT) was dat verhaal al lang verdwenen, tja, en wat doe je anders in een kamer waar je best je leesbril niet op zette als je het sanitair of het vast tapijt bekeek?
 Nu komt de biecht. Af en toe gaat mijn digitale tv weer op post 226 .Herfst, regen, beetje depri? Arme Franse kijkers...Er is een nieuw item in de soap geslopen. De hoofdpersonages gaan trouwen in Dubai (natuurlijk trouwen ze niet,) maar de kijker krijgt een mooie toeristische reportage. Of ze staan op hun geliefde te wachten onder de Eifeltoren maar de geliefde is net in de Seine gesprongen om een juffrouw te redden en dus komt hij te laat op de afspraak. SPANNEND.
Momenteel is de toeristische sponsor Amsterdam. Zo authentiek, nooit zoveel tulpenvelden gezien. En de acteurs  zeggen (in het Frans): ,,Dak'' (ça veut dire bonjour...) en in het verre Los Angeles zegt een clevere actrice allicht iets anders dan wat we in het Frans hoorden.. ,,Amsterdam? C'est mon île préferé. En zeg niet dat ik het niet goed verstaan heb. Anders had ze gezegd:,, c'est MA ville ...''  Zelfs  Kadoke2 onderbrak mijn relaas en zei , ,, dan is het ma ville''. En zij heeft nog de oren van een veertienjarige hé.

dinsdag 15 november 2016

En daar zat...Ljiena

Toeval bestaat niet zullen we maar zeggen, en zo krijgt ,,het potteke van Soeur Edith'' ineens een vervolg. Toen zong ik de lof van mijn laatste poetsvriendin. Ik zou haar niet herkend hebben, en dat is niet uitzonderlijk, als je weet dat ik mijn overbuurvouw al verward heb met een verpleegster uit Avondrood.
 Ljiena zat aan de kassa van een buurtwinkel. Ik had mijn prei, selder, pompoen en courgette al op haar toog gedeponeerd toen ze zei ,Iek ken u toch?'' en ,,Oe bent het toch, niks veranderd?''
Met Ljiena sprak ik tien  jaar geleden een mondjevol Engels. En was ik zo beschaamd dat een gediplomeerde anesthesist uit Tsjetsenië mijn stof opveegde dat ik meestal een namiddag ging zwemmen.
 Ze was een model van werklust, vriendelijkheid  en klasse. Ze huurde een appartementje met een man/profiteur en kwam op een dag met verbrande benen werken. De eigenaar/Marokkaan wou de boiler niet maken, maar ze stond er op om te poetsen. Dan voelde ze de pijn minder...
 Toen ze na enkele jaren een job kreeg in een OCMW-bejaardentehuis was ik blij voor haar en ze was zo attent om een opvolgster te introduceren. Oxana, de trouwe lezers kennen haar verhaal.
 En nu stond ik daar deze dinsdagmiddag  met tranen in mijn ogen en herkende haar. Het jeugdige van toen was er helaas af, maar lief, attent en boordevol klasse, dat was er nog altijd.
 Het werd een snel verhaal terwijl er niemand achter mij aanschoof. Informeren naar de Kadokes en de Meester, en hoe kwam het dat ze niet meer in de verpleging zat? Ik begreep het niet zo goed maar blijkbaar was het een contract van beperkte duur, en zat ze nu hier omdat ze moest werken want de man was weg, de dochter had een zoontje....
.Ik was op een haar na achter de toog geklommen om haar een dikke knuffel te geven, maar  er stond toen (nog net niet morrende) klandizie achter mij. Ik heb haar plechtig beloofd om terug te komen.

zaterdag 12 november 2016

Verexcuseren...

Noem het een ,,onweerstaanbare drang'' als ik uit mijn sloffen schiet na een theaterbezoek. Heeft alles te maken met mijn Brusselse achtergrond waar Vlamingen destijds leerden dat je beter discreet, beschaafd uit de hoek kwam. Zo niet hoorde je achter je rug een smalende ,,des paysans''  roepen. De Franstalige Brusselaars wisten toen nog niet dat boeren hardwerkende mensen zijn...
Ruim veertig jaar geleden leerde ik de ,,bourgeoisie'' uit de vaderstad van de Meester kennen. Van de eigenares van ons eerste appartementje die mij altijd ,,madame,, noemde, met zo'n halve knieval er achteraan. Later de dames aan de kleuterschool als ik Lottepoes bracht. Moeders van de betere klasse. Dachten zij.
En zo heb ik ook een ,,conférence''  bedacht rond dit bizarre verschijnsel, dat vandaag wel zo goed als verdwenen is. Want nu lachen ze luidop, zwieren ze met zakdoeken en brullen ze de Marie-Louise  en wippen ze op en neer.
Daar gaan we.
,,Vreuger was het beiter. Ik zaa het nog on mane kwaffeur toon dak man mise en place ging hoale.
Wa vremd volk datter seirewoureg rondlupt: ge moeit ma verexcuseire , mo zemme giene pas, ho moeite ze dei dan copuleren?''
Tot daar mijn poging om het in een vreemde taal te zeggen...Ik vrees dat het Brussels is.

vrijdag 11 november 2016

Naar den trouw...

Neem mij mijn slordig taalgebruik niet kwalijk: gisteren heb ik echt slechte manieren geleerd.  De gepropageerde tussentaal _ die je bij ,,Thuis'', ,,Familie'' en dergelijke voorgeschoteld krijgt, had ik  echt niet verwacht op een cultureel evenement.  Hoewel, ik moet nu niet de naïeve trien  uithangen: als Kalamity en Lottepoes niet meewillen is dat een veeg teken.
,,Waar wil ze nu weer naartoe'' hoor ik een occasionele lezer zuchten. Ik heb nu eenmaal niet de gewoonte om met de deur in huis te vallen.
Nu goed: tijdens een optreden van een overigens ravissante 51-jarige grappenmaakster in een cultuurtempel heb ik vooral veel gelachen (stilletjes, hardop lachen, moet dat?), gezien dat het heel gewoon is voor een paar honderd toneelliefhebbers om recht te veren en de juiste gebaren te produceren voor ,,De Marie Louise'', zomaar, op commando van de grappenmaakster (slik). Beter nog, om een hele rij (de derde, wij zaten gelukkig op de tweede) op het toneel te sommeren (ze doen hét!) en een bijrol te spelen in het toneeltje waarbij de comedienne/actrice ging trouwen na ruim een uur klagen dat ze geen man vond. En dat die uitverkorenen met een lach de rol van ,,de zatte nonkel'',  ,,de vader'', de ,,moeder ''(die volgens mij jonger was dan de bruid) de bruidsmeisjes (die niet wisten waar ze hun sacoche moesten laten), de bruidegom (die zijn echte vrouw even moest vergeten maar als beloning (?) achter het bruidsboeket gezoend werd en de demente bommi  die volgens de bruid al niet meer wist waar ze was....Hahaha zo grappig.
Tot de bruid, dit keer vermomd als de tante uit Gent, naar het hoogtepunt werkte. Neenee, geen verdere vuile praat over het varken en zijn sossis, het werd echt grappig met niks dan woordspelingen die ik zelfs niet moest herhalen om ze te snappen. Sommigen deden dat wel. Ondertussen liepen er tranen uit mijn ogen. Het is bekend dat Malief alleen weent van het lachen.
Toen was het gedaan en kreeg de actrice, die ook mooi zong maar alleen smartlappen produceert,  van mij een lang en welgemeend applaus. Maar niet opgesprongen, luidop gebruld,  met de armen gezwaaid en met witte zakdoeken gewuifd. Driekwart van de zaal deed dat wél.
Conclusie: ik kan niet meer mee. Ik dacht echt dat de rij die zo mak naar het toneel werd geleid en daar met hun onnozele schorten te kijk stond, een soort acteurs van een plaatselijke vereniging waren. Ik had het zelfs al aan mijn gezelschap gesuggereerd. Maar toen ik het in het buitengaan aan een paar dames (slachtoffers?) vroeg -beroepsmisvorming- zegden ze heel fier ,,ja, dat waren wij''.  Maar dat had ik weer verkeerd verstaan. Zij dachten dat ik wou weten of zij het waren die op het toneel waren geklauterd. Zég: ik zat wel op de tweede rij hé....

dinsdag 1 november 2016

Het potteke van soeur Edith

Nu weet ik weer waarom er (voorlopig) geen opvolgster komt voor, min of meer  in  chronologische volgorde, madam Debakker,  Marja van de Zelestraat, Elske uit  Munchen of omstreken, Lena uit Tasjkent en Oxama  ,ook van die kanten. Omdat, als je zelf (af en toe hoor) poetst, ontroerende, akelige, maar ook leuke dingen ontdekt. Zoals in het potteke van soeur Edith.

Juist, het is vandaag ,,heiligdag'' maar voor Malief een uitstekende gelegenheid om ,,de grote living'' eens onder handen te nemen. Er zijn er zelfs die beweren dat je daar, met het zicht op Allerzielen, een aflaat mee verdient.

Ingewijden weten wat er met dat potteke gebeurde. Maar helaas zijn de meesten ook al  bij soeur Edith.  En dat was de naam van een lief nonneke uit Bunia die drie grietjes van pakweg veertien jaar op de Brusselse Expo leerden kennen.  Ze zat in het ,,paviljoen van de katholieke missies'' naarstig  potjes te naaien. En omdat in haar buurt ook leuke mannelijke exemplaren rondhingen, ha ja, de Troubadours van Koning Boudewijn, even zwart en lachend als Edith. Dat leverde ons correspondentievrienden op en Malief kennende werd zij een trouwe auteur van nonsensbriefjes die dan weer beloond werden met nieuws uit Congo.

Maar eerst kwam soeur Edith nog naar ons thuis. Het Meesterke zag daar blijkbaar geen ,,gevaar'' in voor zijn dochter. Ze kwam in gezelschap van soeur Marie-Madeleine, haar overste, en die werd prompt opgeëist door een vriendin van Bomama. Een overste was altijd beter dan een zusterke hé. Enfin, dacht zij.
Edith werd bij ons verwend, dat spreekt, en toen ze terugkeerde naar Bunia kreeg ik niet alleen haar adres maar ook een handgemaakt (genaaid) potje met deksel. Het kreeg een plaatsje op het dressoir en toen het Meesterke er niet meer was kwam het naar hier.
Vandaag bij het poetsen het potje nog eens open getrokken. Jaaa, helemaal vergeten: daarin bewaarde het Meesterke (ondertussen donkerbruin verkleurde) knipsels uit De Standaard...Met examenuitslagen van de Vlaamse universiteiten in de jaren zestig. (dat stond toen nog in de krant!)
Zou onze Poiche geweten hebben dat zijn stille pa zo fier was met zijn onderscheiding? Het doctoraat heeft hij niet meer uitgeknipt. Daar plakte een pijnlijk  ,,misverstand'' aan: op de eerste bladzijde  bedankte hij zijn toenmalige echtgenote. Pa, zei niks, Bomama  zei: ja, daar zitten wij voor niks tussen...
Ha, wou iemand weten of ik ook in het potteke belandde?  Ja, toch de eerste kan. en nu weet ik ook weer wie van mijn latere collega's  in mijn jaar zaten...Maar een ,,voldoening''? Pff dat was goed voor één keer...


zondag 16 oktober 2016

Een Griekse tragedie...

Godzijdank is mij een carrière als toneelrecensent bespaard gebleven...Tot daar mijn nederige conclusie na een avondje modern volkstoneel. Voor mijn zielenrust kan ik zeggen dat ook mijn gezelschap een gegeneerde geeuw en een diepe frons niet kon verbergen terwijl we naar huis stapten. En om het helemaal goed te maken hoorden we achter ons een bont gezelschap lachen en jammeren (dat kan in zo'n situatie) dat het toch wel erg was dat ze Jef uit De kotmadam in zijn halve blote hadden moeten bekijken en dan nog wel van op de derde rij. Dan hadden wij meer geluk: van op het balkon had ik geopperd dat die meneer met nog alerte piemel precies de kotbaas was uit De Kotmadam...
Vannacht_ ja, daar hou ik mij mee bezig_ zat ik te denken of ik het misschien toch niet goed begrepen had? De moeder die met gespreide benen voor een ventilator zit, alle mannen met een lange pruik en op pumps. En wat was er met dat zusje gebeurd? En waarom grabbelde die dikkerd in zijn slip en kwam de moeder boos aanzetten???
Hoera voor het internet. Vandaag heb ik ontdekt dat het een bewerking was van een Griekse tragedie in een decor van De Collega's. Een moderne versie van De Collega's dus, die hier wel allemaal familie zijn. Denk ik toch. En dat het waarschijnlijk aan mijn gezegende leeftijd ligt dat die ongetwijfeld straffe inspanning van de vier acteurs later maar een lauw applaus kreeg.
Maar nee, ik werd ook getroost. Want in een recensie stond ook dat vier zeventienjarigen die door hun lerares waren meegevraagd tegen het einde lamlendig in de zetels hingen. Maar hola, ze hadden hun gsm mooi in hun zak gelaten...Wat tegenwoordig ook al een prestatie is.

vrijdag 14 oktober 2016

Ondertussen in Veurne...

Het moet een jaar of vijf/zes geleden zijn dat ik hem nog eens een bezoekje bracht. Ik heb zijn voornaam gebruikt om de (ondertussen ook verdwenen) glanzend zwarte merels in mijn stadstuintje te benoemen. Het was, achteraf bezien, een memorabel bezoek. Omdat het de laatste keer was.
Gisteren stond hij tussen de overlijdensberichten, 94jaar.
Even terug naar Memory Lane: in 1968 was hij nog de zwierige paster om mijn huwelijk met de Meester te bezegelen, daarna verdween hij voor een meer bescheiden carrière in de luwte.
Ik zag hem terug toen één van mijn (in die tijd) talloze baasjes een boekje wou opendoen over de koninklijke familie en omdat ik uit Laken kwam en wist wie ooit de lijfarts van het hof (en de mijne, haha) was, en wie daar dan weer mee bevriend was, ging ik de paster in zijn thuishaven in Veurne een interviewke afnemen. Niet echt sappige details kreeg ik te horen, er bestond blijkbaar nog enig respect voor biecht-en artsengeheimen.
Maar wie het later wou lezen: Stel je voor, Albert en Paola kwamen bij ons naar de zondagsmis en terwijl Albert zijn wagen parkeerde was er altijd wel een brave parochiaan die zijn stoel afstond. Het was in de tijd dat de kerken 's zondags nog bomvol zaten... Het boekje kreeg als titel,,De Kroongetuigen'' en die titel heb ik nog uitgevonden. Omdat ze geen betere vonden, zei de toenmalige hoofdredacteur met spijt...
Terug naar Veurne, waar de Meester en ik wel vaker kwamen sinds we aan de kust een stek hadden. Ik plaagde de Meester wel eens dat hij precies de burgemeester van V. was, omdat hij zo zot was van dat stadje...
Die dag, zo'n vijf of zes jaar geleden, waren we gaan shoppen en suggereerde ik een kort bezoekje aan de paster.in zijn kleine villa in Veurne. Dat was grappig: er kwam een flukse Westvlaamse open maken die zei dat hij getrouwd was. Pardon? Ik vroeg verder, en blijkbaar verstond zij maar node het Algemeen Nederlands want toen lachte ze: HAA, de PASTER? Die zit al joare in ssuderkruus.
Dat adres hebben we (zeer ongebruikelijk voor ons) snel gevonden...Een bejaardentehuis.
De Meester ging niet mee naar boven. Het was winter en behalve een zwarte pet, zwarte anorak en zwarte zonnebril (zijn gewone bril lag in de wagen) wou hij de oudjes niet opschrikken.
Kende hij mij nog? Ha ja, de dochter van Philomène. En dat hij nog altijd hoopte dat Pezzeke het goed stelde, want dat was in 1947 zijn eerste dopeling. En of ik hem zeker nog eens zou bellen.
Ondertussen heb ik enige ervaring met bejaarden, en weet ik nu dat hij verward en ongerust was.
En niets meer van hem gehoord, behalve via via andere verhalen die hem in zijn ouden dag, zo  dicht bij het eindpunt, ongetwijfeld hebben aangevreten. Hopelijk rust hij in vrede...



zaterdag 8 oktober 2016

Inspecteren...

Nog zo'n uitdrukking die ons Bo mij vanuit ik-weet-niet-welke verre planeet achterna stuurt. Bo, ons moeder dus, was nogal direct in haar uitspraken. Een nieuw lief? Die zou ze ,,inspecteren''. De trap gepoetst, dat moest geïnspecteerd worden. Ik had er eerlijk gezegd een hekel aan. Omdat het meer was dan ,,haar gedacht zeggen'': ze was de baas.
Jaren geleden, al lang het huis uit, vertelde ze mij wat een onnozele zever dat vriendje van haar kleindochter schreef. ,,Je t'aime, je t'adore'', allé zeg. Pas toen begreep ik dat ik jaren mijn ,,correspondentie, dagboekjes enzovoort '' als een onnozele blaag had laten rondslingeren. In brieven kijken, kastjes controleren, ja juist ,,inspecteren'', dat deed je toch niet?
Pas toen begrepen waarom zij mij in mijn Leuvense tijd, met het (nooit vertelde) ldvd om het eerste liefje troostte toen ik weer mijn valiesje pakte ,,I can't stop loving you hé'' zei ze duister? Ik dacht alleen maar ,,Zou ze dat een schoon liedje vinden''?
En nu laat ze dus een pak geheimpjes na. Nu ja, geheimpjes? De  liefdesbrieven van meesterke had ik al gevonden toen ze naar Avondrood verhuisde. Dat heb ik haar verteld, maar het interesseerde haar niet. Ik heb er een gelezen en bedacht dat het saaier was dan Hendrik Conscience.
Kastjes en lades heb ik altijd gesloten gelaten. Een portefeuille die niet van mij is? Niet ,,inspecteren''.
Mijn voormalige baasjes op de krant hadden aan die ,,terughoudendheid'' lak. Op reportage (de eerste jaren hé) in een marginale buurt van Brussel eiste LDL dat ik mij ,,naar binnen moest wringen'' en loofde een collega die, als hij langs de voordeur niet binnen geraakte, het langs de achterdeur probeerde. Maar dat is oude koek. Sommigen noemen het naïviteit, andere gebrek aan belangstelling. Ha ja, want ik stel ook zelden ,,diepgaande vragen'' à la Jambers en Co. Maar soit. Waar ik naartoe wil? Al meer dan tien jaar heb ik de portefeuille van Bo in mijn bezit. Nooit uitgepluisd.  Tot nu. Goed verstopt, dat wel: een briefje van het meesterke voor haar verjaardag: 2september 1941. Ze waren getrouwd in de zomer, het meesterke  schreef haar een echt waar héél mooi briefje. Waaruit bleek dat zij hem ,,volgend jaar'' ook een eerste Kadoke zou geven...

vrijdag 9 september 2016

Memory Lane in de container

In mijn straat is een bejaarde vrouw overleden. Ik ken haar naam niet, heb haar nooit gezien, maar het moet een eenzaam mens geweest zijn. Al was het maar omdat ze haar dagen vulde met het voederen van de stadsduiven op haar veranda...En omdat de man die haar appartement leegmaakte mij vertelde dat hij een kast vol fotoalbums naar het containerpark had gebracht.

Het verhaal bleef in mijn achterhoofd spoken. Hier liggen ook massa's fotoalbums uit het pre-digitaal tijdperk, en nu Bomama er niet meer is ligt haar ,,memory lane'' hier binnen handbereik. En wat we daar gaan mee doen?
Vanmorgen heb ik Kadoke 2 een klein album meegegeven waarin Bomama haar eerste en enige tweeling had vereeuwigd. Een vijfgeslacht, een overgrootmoeder, ik dacht dat het kleinood niet op kon tegen haar actuele belangstellingssfeer maar nee hoor, het ging in de rugzak. Zij was overigens het laatste achterkleinkind dat bij Bomama kwam, al moet ik eerlijk bekennen dat Bo toen evenveel belangstelling had voor Bas-de-Beagle...
En eerder heb ik Breuke (had ik daar al een bijnaam voor, in zijn jeugd zegden we Pezzeke?) ook een album opgesolferd met foto's uit zijn jaren in Angola...en natuurlijk van zijn kinderen.
En dan heb ik een pak foto's van de kinderen en kleinkinderen van onze Poiche, ook al 24 jaar verdwenen in alle betekenissen van het woord. Voor die kleinkinderen _ met het eerste heeft hij nog apetrots geposeerd - kan ik de aanzet tot een volle kast bijeen sprokkelen.
Dan de bezigheden van Bomama toen de titel ,,weduwe'' haar met afschuw vervulde. Ze organiseerde een turnclub, zong in een koor, ging op reis met de vrienden van vroeger en werd een super-bomama. Maar al die vrolijke dames, ik vrees dat er maar een paar van overschieten.
Met één item heb ik het moeilijk. De foto's van het meesterke uit zijn jonge jaren. Ik zie ze nu pas en heb geen idee of dat zijn studiegenoten zijn die destijds bij ons aan huis kwamen, en daarbij maakte vooral één man indruk...omdat hij Frans sprak. Mogelijk zijn ze ook allemaal in de onderwijzershemel, het meesterke is hen alvast op zijn 57ste voorgegaan. Maar naar het containerpark ga ik ze niet sturen. Heu, nu nog niet...

zaterdag 20 augustus 2016

Allerliefste Maaike

Wat een graai in de (hm, doorrookte) boekenkast van de Meester met Malief gedaan heeft? Een trip van enkele namiddagen in Memory Lane. En dan nog wel in haar verleden. Voor wie het nog niet wist, behalve ,,boeken over den oorlog, politieke memoires en rechtskundige naslagwerken'' had hij gewoon een koopziekte voor bedrukt papier. Zou hij later wel eens lezen, als hij met pensioen was. Nu hadden kranten, weekbladen en minder serieuze onderwerpen  zijn aandacht.
Na de reunie met mijn gepensioneerde collega's (en hun redelijk hartstochtelijke verhalen over de heel ouden tijd):ze hadden mij toch nieuwsgierig gemaakt. Of ik daar nog iets van wist?
Het zwarte boek met gele opdruk en de titel ,,Het levensverhaal van een Vlaamse krant  van 1948 tot de Vum''  stak mij deze week de ogen uit. Drie dagen later (en nog lang niet uitgelezen) heb ik nog altijd de Meester niet terug om hem te vertellen over dat onwaarschijnlijk boeiende boek waar ik verdraaid mijn jeugd in terugvond.
Allemaal de schuld van de auteur, Guust Hardeneus. Juist, ook voor hem, een meer dan beminnelijke man die zijn gevoel voor humor combineert met accuraat vertelde krantengeschiedenis. Als je zijn naam in het Frans vertaalt, heu ja. Malief heeft niet de gewoonte om echte namen te noemen, behalve in hun in memoriam, en dan nog.
En zo kom ik dan bij Maaike. Toen ik nog (heel) jong was vertelde het meesterke weleens  over dat Maaike in zijn lijfblad, en dan klonk er zoveel bewondering, sympathie en emotie in door dat ik als snotaap wat ongerust was. Ons ma was toch de liefde van zijn leven?
Vandaag weet ik dat hij onder de indruk was van haar voor die jaren zeer progressieve strijd voor  de vrouw, voor de huwelijkspartners en  tegen de dubbele moraal in de kerk.
Toen Malief Maaike persoonlijk leerde kennen waren er al enkele maanden op de redactie in de Jacqmainlaan voorbij gegaan; Ze had een eigen bureau met een andere heel serieuze cultuurschrijver. En ik werd gesommeerd om op toeristische reis naar Het Zwarte Woud te gaan want normaliter ging Maaike maar die zat in ,,een verhuis'' en de reisorganisatie eiste een vrouw want er zou een kamer ,,gedeeld'' worden met een Nederlandse journaliste. Aldus geschiede. Voor Malief was het een leerrijke reis: de laatste nacht bracht ik door in het bad omdat mijn leuke kamergenote een meneer had uitgenodigd (van een héél serieuze krant) en die had na een avond zuipen zoveel moeite om niet uit bed te vallen dat Malief naar het bad verhuisde. Zou Maaike dat geweten hebben?
Maar goed, met Maaike heb ik eigenlijk maar één keer lang gepraat. Ik had haar boeken gelezen, van Spieghelken en zo, was geraakt door haar warme aandacht voor  het nichtje (?)Marolleke, terwijl ze toch zelf geen kinderen had? We zaten samen op de trein naar Brussel, ze vroeg naar mijn ,,situatie'' en vooral of ze mij op de redactie wel naar waarde schatten?
Ha ja, dat ik de ongevallen noteerde en de marktprijzen en de punten en komma's in de CMBV-kalender.
Vandaag begrijp ik wat ze bedoelde. Want wat was Maaike's werk die eerste jaren na de heropstanding van het Vlaamse symbool? Ongevallen noteren en de verhalen van reporters buiten met de hand opnemen. Malief zou haar vandaag vertellen: ,,Mevrouw, ik ben zo trots op u.'' Juist, als ik de mannelijke collega's meneer mocht noemen? En het meesterke had gelijk. Wat ik ook nooit hardop heb gezegd...



maandag 25 juli 2016

Kiekens!

Wedden dat u dacht dat ik het hier over de ongepluimde variëteit ging hebben? Niet nodig: de Melaniekes Trompet hebben mijn hulp niet nodig. En ik ken haar échte naam wél hoor...
Kiekens, kippen dus. Niet meteen mijn favoriete erfgenoot, maar ze zijn wel nuttiger dan de doorsnee bosduif die mij dagelijks wakker zeurt. Let wel, erFgenoot, geen tikfout hé.
Vanmorgen werd ik dus wakker met een verhaal dat Kalamity mij gisteren vertelde, over een kip die ,,rare'' eieren legde en dat ze niet goed wist wat ze er mee moest aanvangen. De dierenarts vond ik eerlijk gezegd wat overdreven. Waarna ik terugkeerde naar mijn prille jeugd waar mijn grootouders op de boerenbuiten (zo heette dat toen nog voor een Brusselse kiek, ik dus) een kleinschalige kippenkwekerij hadden. En als de jongedames het een tijd vertikten om te produceren knelde mijn oma de kip tussen haar knieën en sneed hen de strot over. Ik zie die beesten nog een paar stappen verder springen. Kakelen deden ze niet meer.
Och ja, bij ons thuis in de rue Dewand hebben we ook een tijd kippen gehad. Zou het een toeval zijn dat het meesterke (mijn pa dus) hen de namen gaf van de vriendinnen van mijn moeder? Hoe is het mogelijk, ik herinner mij hun namen nog: Anna, Celine. En dat Anna na gedane arbeid in de grootste pot belandde en dat haar poten er nog uitstaken? Ik vond dat geweldig om verder te vertellen. Nu maar hopen dat de Kadokes dit nooit lezen...

zaterdag 23 juli 2016

Writers block?

Zo stil op de Malief-site? Allemaal de schuld van Kalamity die mij een roman van 632bladzijden had gegeven. Om te lezen hé. En die ik er in vier dagen heb doorgejaagd.'t Was een héle goeie!  En zeg nu zelf, wat doe je anders als het op straat 30 graden is en in de schaduw van mijn hortensia's  slechts 25?
Dat hoekje aan de hortensia's (en geen naarstig klussende buurman met lawaaierige attributen te horen) bleek een schot in de roos. Daarna een tiental (overjarige) Humo's  doorbladerd met af en toe nog een glimp van de geestigaards die het levenswerk van de Snor verder zetten. Mij wel afgevraagd wat vrouwen in het algemeen en  de schrijfster uit Strombeek in het bijzonder aan de langharige schrijver-lapzwans misdaan hebben. Niet dat ik er wakker van lig.
En dan is er nog mijn vakantiejob: twee pluizige grijs gestreepte poezen van de nodige hapjes voorzien terwijl mijn buren op reis zijn. Een meer dan correcte wederdienst voor al het snoeiwerk waarmee het baasje van de poezen de eeuwenoude (ik overdrijf) klimop van mijn tuinmuur heeft  gehaald. En een ontdekking: ik zag de overblijfselen van een pakweg dertig jaar geleden wit geschilderde muur en raad eens wie dat nog gedaan heeft? Juist, ons mama.
Het jaartal kan ik nog ongeveer zeggen. Mijn schoonvader kwam op bezoek, keek lichtjes verontwaardigd naar zijn zoon in pak en das en dan zijn leeftijdsgenote die op de ladder indrukwekkende toeren mocht uithalen. Ik hoor hem nog zeggen ,,Maar, madam H. toch, pas op!..'' Juist, toen spraken de respectievelijke oma's en opa's mekaar nog met meneer en madam aan. En hoe ik zo precies weet hoelang dat geleden is? Met de leeftijd van Lottepoes, en hoe oud zij was  toen haar opa overleden is.
Ingewikkeld? Als je een beetje vergeetachtig wordt dan zijn er gelukkig nog trucjes om de waarheid te achterhalen...

zaterdag 25 juni 2016

Van de vareus in d' hoechelen...

Is het omdat ze er niet meer is? Feit is dat ik voortdurend woorden gebruik die in geen halve eeuw van mij zijn geweest. Brussels, ja, maar waarvan ik mij niet eens bewust ben. Ons moeder gebruikte ze de laatste jaren weer met zichtbaar genoegen.

De Meester vond ze destijds geweldig. Ze kwamen volgens hem uit het radio-programma 't Lieg plafon dat lang geleden op Omroep Brabant furore maakte. Maar ik zei dat ze van ons moeder kwamen.

Het begon toen ze in Avondrood naar mijn vareus vroeg want het was een beetje killig. In de tuin vond ze dan weer dat de hoechelen er druug bij stonden. Wat later speelden we ,,memory lane''. Of ze nog wist dat zij ons leerde onze crayon, onze cahier en onze maillot in onze calpain te steken. Er zat een tiret aan ons vareus en aan zee droeg het meesterke een chemieslakost.
Mouchke was haar troetelnaam voor het meesterke, ik heb hém nooit haar naam horen noemen. ,,Ja maske'' maar dat was in een onbewaakt ogenblik. Waar we woonden was altijd ,,een rue'', de balançoir was voor de kleinkinderen, en iemand die lawaai maakte ...vuil bataclan.
Het is mij een raadsel hoe zij dat genante dialect aan het meesterke kon verkopen, een meer dan gedreven flamingant uit het Leuvense die in hun prille relatie naar de IJzerbedevaart ging en haar uit Diksmuide een kaartje stuurde. Later vertelde ze mij: ,,Hij zei daarna dat ik daarmee wist wie hij was.'' Alsof dat een verhaal was dat bij haar thuis in de rue Dewand bekend was....
Maar goed, ondertussen gebruik ik ongegeneerd de ballustrade, wijs naar een basj op een stapel hout en hoor van een geletterd mens dat het een zeil is. Zei daarstraks in de winkel van de komiek dat ik vidange bij had, en  ik kon onlangs aan de telefoon niet op het keurige ,,bergplaats'' komen omdat wij hier toch ook al een halve eeuw ,,kot'' zeggen.
Of is dit nu mijn manier om van mijn ouders afscheid te nemen?
Dan heb ik nog een verhaaltje over mijn lieve nicht Denise, ook al enkele jaren met een kruisje achter haan naam.. Ik dacht er ineens aan toen ik de fans van de Rode Duivels zo enthousiast de Brabançonne hoorde ,,zingen''. Denise had in het pensionaat van Londerzeel een andere versie geleerd en die leerde zij ons .Ik ontdekte gisteren dat ik ze nog kende al heb ik ze ongetwijfeld nooit hardop durven zingen...
Gevoelige lezertjes mogen het einde gerust overslaan.
Ho vaderland onzen ezel kan ni schaiten, zeh gat es toogeplekt on moinen appelseen
De kuinink zaa moeite kik er is in boiate?
De kuinink beit en onzen eizel sch....
(ik ken de echte versie in het Nederlands én het Frans hoor, wat dacht je dat ik in Schaarbeek bij soeur Petit Chou  zoal heb geleerd?

Dat er vooral geen misverstand moge bestaan over de identiteit van ,,Denise'': mijn Brussels nichtje was de snode zangeres, en niet mijn eerwaarde tante, zoals een lichtjes geschokte junior mij eerder deze week fronsend vroeg. Tja, Denise was toen een populaire naam...


zaterdag 18 juni 2016

De veggie-boer (bis)

Heb het even moeten nakijken: ook op 16 februari 2016 schreef Malief iets wat deze week in de serieuze krant voorpagina-nieuws is. Over een kunstmecenas die eigenlijk de pest heeft aan mannen die een pootje uitsteken in het huishouden, en echtgenotes die niet alles laten vallen als de Grote ondernemer besluit om met hart en ziel te gaan ondernemen.
Wat een heisa zeg. En de reactie van ,,een vriendin'' dat de mecenas wél een ondernemende echtgenote heeft. Juist, eentje met een rechtendiploma die echt waar van haar man enkele jaren mocht werken als rechter. En daarna ,,advies'' mocht geven in kunstaankopen, advies dat hij spijtig genoeg niet altijd volgde. Heeft allemaal in de krant gestaan. Maar goed, onze veggie-boer zal wel nog een andere slogan ter harte nemen: zolang ik maar op de voorpagina van de serieuze pers sta. Zelfs slechte reclame is reclame.

maandag 6 juni 2016

Maskes moeten sterk zijn

Pakweg vijftig jaar was zij mijn moeder. Toen onze Poiche in Berlijn verdween werd ik haar moeder. De sterke vrouw die ik in haar leven maar één keer zag wenen toen het hart van het meesterke het begaf, zij had maar één lijfspreuk: maskes moeten sterk zijn...
De verdwijning van haar oudste zoon vond zij duidelijk een smerige streek. ,,Ik ben opstandig hé'' zei ze dan. De volgende tien jaar was Poiche het onderwerp van al haar vragen, speculaties, maar een onderwerp waar ze het in de familie niet over had. Behalve tegen mij, maskes moeten sterk zijn.
Of er nieuws was, wat men had gezegd, wat men had gedaan (men was dan de politie, toen ook nog de Rijkswacht) .
Tussendoor nachtelijke telefoontjes: je mama is gevallen, 's morgens naar Jette, binnenkort mag ze revalideren. Dat gebeurde een paar maal, maar telkens bij mij. Nee, naar een revalidatieoord ging ze niet, wel nor hoeis...Kleine randbewerking: het was in die tijd dat de Meester 's middags naar huis kwam om haar de nodige hapjes en drank te geven. Tot op de dag dat ik in Parijs telefoon kreeg van de Meester: Bomama is in Brussel gevallen, ze ligt  (weer) in het ziekenhuis. Het was mijn laatste defilé uit mijn carrière. Dag Dries van Noten, maar ik pakte mijn valies en ging naar huis. Daarna begon mijn carrière als moeder van mijn mama.
In 2006 gaf ze het op. Onze poiche is er ne mi zenne, ze wou niet in haar huis in Brussel blijven, wij boden haar een kamer aan, terwijl gezocht werd naar een home.
Zeer tegen haar zin ging ze vijf maanden later naar  Avondrood.( Die naam heb ik uitgevonden...)
Twee, drie keer per week kwam  ik daar: ze acclimatiseerde , raakte bevriend met  haar tafelgenoten  en kon zich uitleven in tornooien van Vier op een rij.
Toen de dochter van Poichke haar vader achterna ging, een nieuws dat ik weken voor haar verborgen hield, was haar reactie kil. ,,Ik kan daar niks aan doen zenne''. Waarna ze zich afsloot voor ,,slecht nieuws''. Zoals toen de broer van de Meester overleed.  ,,Past goed op zenne''.
En een jaar later, toen de Meester overleed  vroeg ze  na enkele weken  ,,hoe is't met hem? '' en slikte ze mijn commentaar ,,veel werk hé'' met enige opluchting.
Zoals het een moeder past weerde ik alle slecht nieuws, deed jolig , en liet mij ,,commanderen''  om één van haar boterhammen op te eten..
Een maand geleden  _ ze was toen nog maar een schaduw van haar mooie zelve_ zei ze plots in het Brussels :,,'t is al zolang geleden maar nu zou ik kunnen schrieven''. Om haar af te leiden ging ik wandelen in de tuin maar daar werd ze heel boos om, want het was wind...
En dan heeft het twee weken geduurd eer zij haar blauwe ogen (haar kinderen hebben donkere Herten-ogen)  eindelijk kon sluiten. Er liep één traan uit haar rechteroog.

Nota: de openingsfoto van mijn blog is Bomama op het strand van Knokke. Het nieuwsgierige wicht naast haar is..Malief.

dinsdag 3 mei 2016

Eindelijk! Enfin! At Last!

De wonderen zijn de wereld niet uit: pieken paultje heeft vandaag in Het Nieuwsblad bekend dat hij zijn succes-reportage over de Millet-rage niet zelf had bedacht...maar uit die krant ,,gepikt''.  Dat ik hem dus ,,geïnspireerd'' had. Hm.Nu ja, zelf noemde ik dat dertig jaar geleden met een chic woord auteursdiefstal. Want toen zijn reportage over de snob-kinderen met de ski-jassen furore maakte was zijn uitleg dat hij ,,dat had opgemerkt op straat''. Klein mannetje dacht ik toen. Vandaag verwijst hij wel naar mijn verhaal in NB. Tja, dat het ook in DS had gestaan had hij zeker niet opgemerkt...daar stonden geen tekeningetjes bij.
Waarom zo'n late biecht? Vandaag maakte ex-collega Paul een overzicht van wat in 1986 in het nieuws was. Het zou mij niet verbazen als hij zijn naamgenoot op een kleine vergetelheid heeft gewezen.
Oef, nu zal ze er over zwijgen hoor ik enkele trouwe lezertjes verzuchten. Juist: ik heb er in de loop der jaren een paar venijnige blogjes aan gewijd.

vrijdag 22 april 2016

Reünie met de Benidorm B's

Dit is een verhaal voor insiders, de lezertjes uit India, Canada, Zuid-Afrika en omstreken hoeven er niets achter te zoeken. Deze zomer is het precies veertig jaar geleden dat onze krant in faling ging. Of we dat met de overlevende oud-strijders moesten vieren? We hebben er alvast héél leuke, af en toe gènante en vooral warme herinneringen opgehaald.
De plaats van de festiviteit: een viersterrenhotel in Brugge, een fraai oord waar ondanks de jobstijdingen de toeristen ons zéér voor de voeten liepen. Maar soit.
Eerste pakkende getuigenis kwam van een collega  van pakweg 80 plus die zich vanwege een gescheurde achillespees door een voormalige secretaresse in een rolstoel liet rondrijden. ,,Goed adreske lieveke'' fluisterde hij ,,ik heb hier in den tijd mijn eerste huwelijksnacht doorgebracht''. Verdere confidenties wenste ik niet te horen, ik ben weg geslopen.
Och ja, toen kwamen de herinneringen aan de zomer 1976. Zelf herinner ik mij vooral dat het bloedheet was toen ik samen met een zwangere collega naar de RVA ging om ons te laten inschrijven. Zij kon met haar buikje compassie oproepen, ik duwde haar eerstgeborene in een buggy en dat gaf mij ook ,,enig aanzien''.
Over de collega's van een rivaliserende krant die op hun redactie ,,dansten op ons graf'', over de harde strijd die een handvol collega's met connecties voerden om ons vel zo duur mogelijk te verkopen, sappige met sigaren en bier overgoten nachten, dat heb ik toen gemist.Niemand had deze toen nog jonge moeder gevraagd om mee te doen en dus zat ik die julimaand met het gezin aan zee. Zodat ik nu het ,,ware verhaal'' kon horen. Of de anderen als ware ...(en nu mis ik de Meester die mij meteen zou zeggen hoe die vrouwen op de barricaden worden genoemd...) er toen bij waren weet ik niet, feit is dat ze er deze week voor onze veertigste verjaardag niet bij waren. Zonde. Als je als gepensioneerde nog door twintig mannen  gezoend wordt...
Maar ondanks dat tekort aan vrouwen werd er enthousiast  (heu) gebabbeld. En werden ( met recht en reden) onze opvolgers een paar stiekeme vegen uit de pan verkocht. Die ik  niet zal herhalen. Maar we hebben ook gerelativeerd. Dat de krant er ,,mooi'' uit ziet en we onze ,,nazaten'' alle ellende die wij meemaakten zeker niet toewensen. Uit mijn eigen mandje? Mijn eerste grote modereportage in New-York  die door de geïnteresseerde eindredactie  een plaatsje werd toegewezen rond een in trapvorm en diagonaal gespreide reclame voor Haklé vochtig. En dat is geen schoonheidsproduct.

donderdag 14 april 2016

Wees gezoend, Laurens

We waren geen maatjes, gewoon collega's. Tot op de dag dat we ontdekten dat we allebei hoogbejaarde moeders hadden. Hij schreef er over in zijn columns, ik las ze en werd getroost omdat hij een soms pijnlijke situatie _ een af en toe verwarde moeder_ zo delicaat en met een streepje humor kon verwoorden. Ik liet het hem weten en we werden ,,lotgenoten''. Tot zijn moeder overleed maar hij mij vertelde dat er nu ook bij hem een Kadoke op weg was. Ik reageerde, dat het jammer was dat zijn columns werden ,,opgedoekt'' want dat het een geweldig onderwerp was.
Gisteravond heb ik zijn laatste mail opgezocht. Hij had het over zijn vrienden die hij stuk voor stuk aan kanker verloor, en dat hij zich eenzaam voelde aan de weduwentafel. Maar hij deed er drie foto's bij van Marieke, zijn eerste kleinkind. En hij eindigde met een van zijn fijne woordspelingen.
Wees dankbaar gezoend.

zondag 10 april 2016

De nummer vijf

Nummer vijf?Voor u weg zapt: dit is geen parfumverhaal maar een streepje oma-trots met een staartje melancholie.
Wel lichtjes genant dat ik het in deze context nog altijd over Kadokes moet hebben, terwijl  ze al ruim twee jaar mijn bescheiden 1m63 hebben overschreden. Maar ik ben gerust: ze zijn wat mij betreft zeer ruimdenkend.
Goed: het onderwerp van vandaag is de oudste Kado : zoals u mogelijk vermoedt de slimste, de knapste, de liefste en nu ook nog de beste volleybal spelende kleinzoon  van het land. Of wat dacht u?
Dat weet ik sinds ik gisteren voor het eerst in mijn  (heu lange) leven een volleybal-wedstrijd meemaakte. En Kado1 , de nummer vijf dus, daar een  glansrol speelde terwijl zijn zus, Kado 2, mij de finesses van het spel uitlegde. Eerst wou hun vader ons tijdens de opwarming nog beschermen voor de knallende ballen maar met de bril in mijn tas was ik safe.
Kado2 vond het wel saai omdat de ploeg van haar broer drie matchen lang zo overtuigend won maar voor mijn oma-hart was het spannend genoeg, zelfs als op het bord hun voorsprong nooit werd ingehaald.
En dan was daar natuurlijk de tegenpartij die in de gedaante van een gefrustreerde pa  naast mij op de bank in zijn eentje ,,arbiter'' speelde, schril floot, klapte en riep en toen ik mijn vinger op mijn oor legde beminnelijk snauwde: ik kan nog veel harder zenne.
 Naar het schijnt hebben de supporters, in casu ouders, meestal minder goede manieren dan hun spelertjes. En hoor je vriendelijke aanmoedigingen als ,,kalf'' en ,,ezel'' vanaf de zijlijn.
 Maar ik dacht ineens aan de Meester. Hoe hij vroeger (heel vroeger) op het college volleybal speelde . Het was zijn moeder die het mij ooit vertelde en dat hij heel goed was maar dikwijls met een kapotte bril naar huis kwam en hij dan  kletsen kreeg van zijn vader. En dat zij dan riep  ,,nie op zijne kop slagen''. De commentaar van de Meester was toen: die anderen hadden dat rap door, dat ik niks zag zonder bril, dus mikten ze op mijn bril''.
 Ik vertelde het gisteren aan Kalamity, en haar reactie was hartverwarmend. ,,Zie je die grijze sokken die hij aan heeft? Ze waren van zijn  opa...''



maandag 28 maart 2016

Van poezen en mensen

We zullen het maar op dat verdomde zomeruur steken, maar wat heb ik vanmorgen een paar vreselijke nachtmerries gehad. Juist, op een uur dat een werkende mens al lang uit de veren is maar hier was het nog maar negen uur...
Het begon met een bezoek aan Avondrood (in het echt), waar een lichtjes contraire Bomama eiste dat we naar huis zouden gaan, en een  los geslagen Julia hulpvaardig een collega in een stoel wou zetten die zich net nog kon vasthouden aan de rand van de tafel . Ter verduidelijking: sinds hoger genoemde Julia het enig nog loslopende mannetje heeft uitgekozen voor activiteiten die blijkbaar niet horen in het rusthuis zit ze nu vast in haar stoel. Maar de hulpvaardige ziel zag net voor het aanschuiven aan tafel haar kans schoon: zo kort bij het voorwerp van haar liefde, maar dan moest ze wel de genaamde Marja even opzij schuiven. En die is herstellende van een bekkenbreuk...Ondertussen krijste een andere rolstoelpatiënte als de beste. Ik heb haar de bijnaam Sireen gegeven.
Tot daar de realiteit. Nee, de droom moest eerlijk gezegd onderdoen voor wat er echt gebeurde, maar ik werd toch met de daver wakker. Oproer, ja, maar een hele rij die het vertikte om met de verpleegster naar het toilet te gaan. Voor het eerst in mijn leven droomde ik dat ik iets rook...
 De tweede nachtmerrie vond ik stukken erger. Deze week ben ik pleegmoeder voor twee jonge katten die zich bij mijn overburen in een gigantisch huis verbergen, terwijl hun baasjes op de latten staan. Twee mooie grijze pluiskatjes die zich, echt waar, niet voor mij verbergen maar voor mannen die er in de dag grote klop-schaaf-en kraak-werkzaamheden uitvoeren. (je zou voor minder naar de Alpen vluchten). Tot daar de realiteit. Maar ik droomde dat een halve klas kinderen mee het huis bestormde, samen met een pak zwarte katten, en dat de deuren bleven open staan. Trouwe lezers herinneren zich misschien dat daar vorige zomer een mooie kater verdween na een deur-op-een-kier... Kwestie van mijn paniek te verklaren. Maar gelukkig werd ik toen wakker...

zondag 13 maart 2016

Waarom leest u dit?

Sinds ik, uiteraard helemaal toevallig, ontdekte waar al mijn lezers zitten heeft mij dat nog meer vragen opgebracht. Want waarom zijn er mensen in Oekraïene, Canada, India, Rusland enzovoorts geïnteresseerd in de voor hen beslist niet zo interessante hersenspinsels van Malief? Het kan niet anders of Google vertaaldienst heeft hen bij de neus genomen.
Zal even enkele voorbeelden geven. Waarom is ineens een pak mensen geïnteresseerd in het onderwerp ,,Baard trekken''? Oei, denken zij dat ik misschien iets tegen ahum, mannen met lange baarden heb? En zit de geheime dienst daar dan achter? Zal het rap recht zetten: Baard trekken is een Brusselse uitdrukking en heeft te maken (in mijn verhaal) met een kind dat misschien een beetje lui is en liever in zijn bedje blijft. Waarna ik mij liet uitleggen waar die uitdrukking vandaan kwam. Oef.
Nog zo'n titel die mensen op ideeën bracht (denk ik): ,,Hoeveel is uw dag?''  Echt waar, had niks te maken met bezigheden op ,,den trottoir'' (als u begrijpt wat ik bedoel).
Maar toen ik die titel zag ben ik het weer gaan lezen (uiteraard was ik het allemaal vergeten, het verhaal dateert uit 2011 en je moest eens weten hoeveel ik vergeet...) en daarna heb ik het aan Kadoke2 laten lezen want het verhaal gaat over haar. En zij liet er warempel een spannend relaas over Ghost rockers voor staan en zei na lectuur: Ooh, kjoetie...
Zou vriendin A die destijds in Peru mijn blog las dan toch gelijk hebben? Dat de Kadokes dat later zeker fijn vinden om over hun kindertijd te lezen.? Ik zal het straks eens vragen. Ze zijn in een vingerknip 14 jaar geworden...

zaterdag 27 februari 2016

De jaren zeventig...

Net de jaren zeventig beleefd op mijn favoriete zender. En weer een beetje slimmer geworden. Want in tegenstelling tot een aantal afstammelingen ben ik qua muziek een zero. Blijven steken in de jaren zestig zeker, met een eerste lief die mij met ,,Ik ben zo eenzaam zonder jou'' tegen zijn gillee (hm) trok, de vriendinnen van de peda waarmee ik in Leuven zong ,,Je t'aime, moi nonplus''  en al naargelang de stemming ,,Coeur blessé, torturé, par tout le mal que tu m'as fait..'' of van Leny Escudero ,,Il n'en restera rien,, l'amour de nos vacances'' . Waaruit de snuggere lezer mag afleiden dat er op vakantie meer gebeurde dan in het kille vaderland...
 In de jaren zeventig was Malief uitgefeest. Dat had te maken met de dood van het meesterke, de faling van de krant en de ziekte van broer Poiche waarmee ik in de jaren zestig fijne vakantiereizen beleefde. Al moet ik bekennen dat hij op mij paste als een broedse kip. Met de Italiaanse vrijer sprak hij latijn, kwestie van meteen zijn niveau te peilen. En toen we te enthousiast in de golven van de Middellandse zee walsten besloot hij dat we verder reisden. Tja en aan het Garda-meer deed hij dan een halve lading Duitse en Vlaamse grietjes binnen, recht uit de jeugdherberg...
 Ben weer aan het afdwalen...
Uit de jaren zeventig herinner ik mij één fijn nummer, dat mij toen ook beroerde. Ik was zwanger en moe en moeizaam, en de hele warme zomer ging maar niet voorbij. Tot de Meester mij attent maakte op ,,Bridge over troubled water'' van Simon and Garfunkel  die zongen,,your time will come'' enzovoorts. En die hoorde ik deze week ineens terug op de radio en toen wist ik het weer. Ja, de jaren zeventig waren ook hartverwarmend. Zeker toen in september de mooiste baby van dit halfrond in de wieg lag.
 Tenslotte: sinds ik dagelijks met de radio op sta heb ik ontdekt dat  al mijn tearjerkers zoals Looking back over my shouder, afkomstig zijn uit de jaren zeventig. Merci JoeFM.

dinsdag 16 februari 2016

Van veggie-boer tot mecenas

Toch makkelijk als je over bekende mensen schrijft, je hoeft niet eens hun naam te noemen. Dat scheelt in boze reacties. En alle mensen die lezen en schrijven weten over wie ik het heb.
 Vandaag is mijn onderwerp van enig vermaak de man die met een serieus diploma op zak zijn carriëre begon als veggie-boer. Het heette zo'n dertig jaar geleden anders maar helaas, de Meester is er niet meer om mij de juiste naam van het bizarre bedrijfje in te fluisteren. En die man hebben wij dus echt gekend.
Ik ontmoette hem op een of andere festiviteit, en het zal wel een begrafenis of een huwelijk geweest zijn, naar andere festiviteiten (ahum) ging de Meester niet. En het onderwerp van mijn verhaaltje van vandaag sprak mij _ ja, het was in een kerk..._ indringend aan. Of het waar was dat ik full time werkte en vaak op reis ging en ook nog twee kinderen had en hoe ik dat klaarspeelde.
Het antwoord had hij ook op het kantoor van zijn toekomstige schoonvader, waar de Meester werkte, kunnen horen: mijn geheim was een echtgenoot die een ruim deel van de huishoudelijke klus voor zijn rekening nam.
 Mijn antwoord deed hem fronsen. En voor zover ik achteraf heb vernomen heeft zijn echtgenote ook niet lang haar rechtendiploma kunnen verzilveren. Maar wat las ik in de krant? Ze geeft hem advies om kunst te kopen. Dat heeft hij helaas (zijn eigen woorden) niet  opgevolgd. Maar hij is wel héél rijk geworden. Malief niet...


donderdag 28 januari 2016

De kluns van de week

Er zijn zo van die dagen. Het begon zondag. Malief ging tanken want er was volgens het pijltje maar een klein vierde meer in de tank, en op zondag kun je ook ongezien je leeggoed en je afgedankt kledingpakket droppen bij de Carrefour want behalve leerling-chauffeurs is het daar zondagnamiddag verlaten. En daarna naar Bomama ,natuurlijk. Alzo geschiedde niet. Een afgeladen auto en een raar geluid, flitsende koplampen en dan niks meer. Oeieoei, natuurlijk, die tank was leeg, ik had het kunnen denken. Malief belt dus naar de hulp op de weg. Ik ga geen reclame maken. Dat ik zonder diesel ben gevallen, ver van een pomp woon en of de hulp in nood langs kan komen. Twintig minuten later staat hij daar, niet alleen met een forse truck maar ook met een gigantische staart er achteraan, waar hij eventueel een andere truck kan opladen. De man is wel iets gewoon, maar dat bochtje aan de achterkant van de garage? Enfin, hij kan het, hij luister beleefd, haalt zijn dieselreserve te voorschijn en giet een flinke slok in de tank. En wachten ,, tot de pomp klopt'' of zoiets. Tien minuten later: het moment van de waarheid. ,,Mevrouw uw batterij staat plat''. Daar sta je dan met een tank die weer halfvol is...Enfin, ik zal inkorten voor u afhaakt. Er kwam een nieuwe batterij aan te pas en hoera: alles in orde. Behalve voor de brave man die ook nog het straatje uit moest en mij vroeg om achteruit te rijden en de straat af te sluiten zodat hij in de bocht achterwaarts kon maneuvreren met zijn gigantische hulpmachine. Ik zal maar niet vertellen hoe feilloos ik achteruit kan rijden...

De volgende actie van deze volleerde kluns gebeurde op maandag. Een brief van de energieleverancier of ik zelf de tellertjes van gas en elektriciteit kon noteren en doorbellen. Piece of cake dacht Malief die het al voor de watermeter had gedaan en macht der gewoonte eerst de waterteller bestudeerde, bij zinnen kwam en zag dat de elektriciteitskast een flink stuk boven haar 1m63 uit torende. (waar zijn de lange Kadokes als je ze nodig hebt? en dat is een mopje)
Er werd een stevige doos bij gesleurd, het licht was matig maar enfin, het lukte. En het gas stond in de garage ook ietsje te hoog maar daar staan ladders.
Tot ik mijn ,,gegevens'' aan een computer meedeelde en deze bij de elektriciteit meldde of ik wel zeker was. Natuurlijk.
 Een uurtje later , overtuigd dat ik zoveel minder had omdat ik een ijskast in de kelder had afgeschaft, begon ik te twijfelen, keek nog eens goed naar de instructies, kroop in de kelder nog eens op de doos en ho ja, de 0 was ik vergeten, had er meteen een 7 van gemaakt. Maar de levende stem aan de telefoon was vriendelijk, zeker toen ze hoorde dat het ,,mijn eerste keer was''.
Nog een klunske terwijl ik toch bezig ben? Deze week op straat twee keer aangesproken door puberende Mechelaars die mij ,,chouke'' noemden. De eerste keer bromde ik ,,ségg"" maar bij de tweede dacht ik ,,die spelen vluchtelingen''.

zaterdag 16 januari 2016

Wouter en Rudy zeggen het ook...

Malief kan je alvast niet verwijten dat ze met haar neus in de sociale media zit. Die weerzin dateert nog van haar tijd in de krant toen ze de laatste maanden opdracht kreeg om ,,feiten te controleren'' op wat men destijds ,,tinternet'' noemde. Gelukkig had ik toen een vriendelijke collega aan de overkant van het bureau _iemand die ze ook liever kwijt dan rijk waren,  dure vogels met navenant jaren op de teller_ en die kende een aantal ,,contacten''. Helaas vonden die contacten niet dat ze zomaar aan de telefoon commentaar konden geven, of ik later eens een afspraak kon maken? Ze ,,wilden het ook eerst eens bestuderen''. Resultaat? Slechte punten. Ik hoorde een jonge snaak eens zeggen ,,dat die madam denkt dat ze alles weet''. Slik, hij is er ook niet meer.

Ter zake. Toen Facebook zijn intrede deed las ik de commentatoren in de media en ze deden nogal neerbuigend. Smoelenboek, gekwek, uitpakken met gebakken lucht enzovoort. Dat is vandaag wel anders. Och arme.
 Resultaat? Malief begon een ,,malief-blog'' en amuseerde er zich kostelijk mee. Als je passie schrijven is en je twee kleinkinderen hun eerste capriolen beleven kon je het niet laten. En geef toe, een geschreven dagboekje is slecht voor mijn rechter middenvinger waar sinds Leuven een schrijfknobbel op staat.   Eerlijk gezegd had ik geen flauw idee wie het las. Enkele intimi, oud-collega's, wat familie. De meesten geven mondeling commentaar. En een Malief heeft geen behoefte aan likes en ander vrijblijvend gevlei. Was ik nu de laatste antiquiteit op aarde? Deze week las ik een commentaar van mijn idool Rudy (en dat is nu niet langer de Meester...)in Vlaanderens (oei, die gaat kwaad zijn), enfin in zijn onafhankelijk weekblad. Pas op, Malief loopt wat achter met haar lectuur: het weekblad dateert van oktober 2015. Schreef Rudy: ,,...Sinds jaar en dag verschijn ik in druk (...)zodat ik me liever niet vertoon op Facebook (...),,Ik bulk goddank ook niet van de acute noch chronische meningen, en de aandrang om mijn veeleer ongewone, mogelijk aanstootgevende huis-tuin-en-keukenleven te kijk te zetten is me volslagen vreemd.'' Hier zou ik nog een aantal alinea's van de auteur kunnen aan toegeven, maar heu, hoe zit dat met copyright?  Ik voelde mij niet langer een outcast.
Wat die Wouter betreft: deze bekende Vlaming zei het eerder deze week in een spelletjesprogramma, zomaar. ,,Ik zit niet op Facebook!''  Als dat geen statement is voor de eerste steenrijk geworden journalist?
Besluit: mijn Kadokes zijn nu dertien, bijna veertien en ik heb er eentje deze week  verteld hoe hard ik gelachen heb met een blog-verhaaltje waarin zij en de Meester de hoofdrol speelden. Ik was het helemaal vergeten maar een mij onbekende lezer had het dus nog eens opgezocht en dat stond in mijn leeslijst.
Raar maar waar: vandaag zag ik dat mijn lezersaantal gisteren verdubbeld was. Nee, geen honderd aanhangers, maar al die mensen die de moeite doen om mijn schrifturen te ontcijferen? Hoedje af. Daar ben je op een veegje niet door...

maandag 4 januari 2016

Peptalk onder de shampoo

Wat een ochtend! Dit lijkt hier wel de Middeleeuwen zo zonder mail. En dus stapte deze malcontente pc-gebruikster naar het kapsalon, kwestie van wat peptalk te krijgen. Vergeet het: ik kwam in een aflevering van Familie, gelardeerd met de brievenrubriek van Het leste neuske, enfin, dat denk ik toch. Hoewel: in Familie zijn de slechten altijd witten die voze streken uithalen als het om andersgekleurden, gehandicapten enzovoorts gaat. Maar dat zullen die kijkers niet door hebben. Terzake: de mevrouw naast mij begon over het lawaai van de haardroger heen te schreeuwen dat al die vluchtelingen toch krapuul zijn die ons werk komen afpakken, die 2000 euro hebben om naar hier te komen en ginder is dat veel geld, en hedde da niet gelezen van die man die een dakloze had binnen gelaten en doodgeslagen is...tatata. Ja, vulde de kapster aan: en 't zijn allemaal volwassen mannen zonder kinderen éh. En of ik gehoord had van die fruitwinkel waar twee chique meneren ieder een appel pikten zonder betalen en dat de verkoopster zei dat het Russen waren en dat ze niks kon zeggen of ze kwamen haar winkel kapot slagen (Familieeee). Ha ja, het waren Russen. Toen kwam deze vranke tik in actie: dat die dan toch niet met een rubberbootje waren gekomen, dat die volwassen mannen ook niet voor hun plezier in zo'n krakkemikkig bootje stapten, drie maanden te voet door Europa trokken, tenzij ze ,,thuis'' riskeerden opgesloten, vermoord of dood gebombardeerd te worden. En nog wat van dat. Ik zei er telkens ,,mevrouw'' tussen en ik schreeuwde niet. Ze zweeg. Toen ik buiten stapte zat een mevrouw met buitenlandse roots te wachten. Ze knikte mij vriendelijk toe. Zou ik nu moeten verhuizen naar een vriendelijkere stad? Want onze burgemeester heeft goed praten... PS: de mevrouw was in een kindervoituur in de tweede wereldoorlog op de vlucht gegaan. Spijtig genoeg zijn haar ouders teruggekeerd.