Het moet een jaar of vijf/zes geleden zijn dat ik hem nog eens een bezoekje bracht. Ik heb zijn voornaam gebruikt om de (ondertussen ook verdwenen) glanzend zwarte merels in mijn stadstuintje te benoemen. Het was, achteraf bezien, een memorabel bezoek. Omdat het de laatste keer was.
Gisteren stond hij tussen de overlijdensberichten, 94jaar.
Even terug naar Memory Lane: in 1968 was hij nog de zwierige paster om mijn huwelijk met de Meester te bezegelen, daarna verdween hij voor een meer bescheiden carrière in de luwte.
Ik zag hem terug toen één van mijn (in die tijd) talloze baasjes een boekje wou opendoen over de koninklijke familie en omdat ik uit Laken kwam en wist wie ooit de lijfarts van het hof (en de mijne, haha) was, en wie daar dan weer mee bevriend was, ging ik de paster in zijn thuishaven in Veurne een interviewke afnemen. Niet echt sappige details kreeg ik te horen, er bestond blijkbaar nog enig respect voor biecht-en artsengeheimen.
Maar wie het later wou lezen: Stel je voor, Albert en Paola kwamen bij ons naar de zondagsmis en terwijl Albert zijn wagen parkeerde was er altijd wel een brave parochiaan die zijn stoel afstond. Het was in de tijd dat de kerken 's zondags nog bomvol zaten... Het boekje kreeg als titel,,De Kroongetuigen'' en die titel heb ik nog uitgevonden. Omdat ze geen betere vonden, zei de toenmalige hoofdredacteur met spijt...
Terug naar Veurne, waar de Meester en ik wel vaker kwamen sinds we aan de kust een stek hadden. Ik plaagde de Meester wel eens dat hij precies de burgemeester van V. was, omdat hij zo zot was van dat stadje...
Die dag, zo'n vijf of zes jaar geleden, waren we gaan shoppen en suggereerde ik een kort bezoekje aan de paster.in zijn kleine villa in Veurne. Dat was grappig: er kwam een flukse Westvlaamse open maken die zei dat hij getrouwd was. Pardon? Ik vroeg verder, en blijkbaar verstond zij maar node het Algemeen Nederlands want toen lachte ze: HAA, de PASTER? Die zit al joare in ssuderkruus.
Dat adres hebben we (zeer ongebruikelijk voor ons) snel gevonden...Een bejaardentehuis.
De Meester ging niet mee naar boven. Het was winter en behalve een zwarte pet, zwarte anorak en zwarte zonnebril (zijn gewone bril lag in de wagen) wou hij de oudjes niet opschrikken.
Kende hij mij nog? Ha ja, de dochter van Philomène. En dat hij nog altijd hoopte dat Pezzeke het goed stelde, want dat was in 1947 zijn eerste dopeling. En of ik hem zeker nog eens zou bellen.
Ondertussen heb ik enige ervaring met bejaarden, en weet ik nu dat hij verward en ongerust was.
En niets meer van hem gehoord, behalve via via andere verhalen die hem in zijn ouden dag, zo dicht bij het eindpunt, ongetwijfeld hebben aangevreten. Hopelijk rust hij in vrede...
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten