Zondagmorgen halftien. ,,Alhouw? Tes é Pollà, ge wet wel, de keuchvraa van a ma! Leift ze nog? Allei seg, en oo aat es ze na? ''. Ik bespaar u het volgende halfuur waarop ik uitgebreid mocht horen hoe het met haar gesteld en gelegen was (al bekan draënseiveteg joar) en over haar zoon die al vijf jaar dood is (en da ze een mis ging loaten dohn) en de buurvrouw van ons ma in Brussel die geen nieuwjaarskaartje meer schrijft. ,,Wa zaa ze mankeire?''
Ha Pollà, tegen mij spreekt ze ook niet meer omdat we het huis aan (rijke) Turken verkocht hebben... ,,Oeieoei, da zaak oek ni geire hemme...''
Zondagnamiddag bij bomama. Ik mag een rijtje ,,de groeten'' doen maar ik begin bij Pollà omdat het ,,voor te lachen was''. ,,Ja, die kon nogal babbele eh? Ze gaat toch nie komme zeker?''
Dan doe ik de groeten uit Veltem en Meerbeek en ze luistert gretig naar het nieuws. Want ja, tante Veltem had wel 's morgens gebeld maar ze had alleen iets verstaan over een half uur. En al die bezoeken had ik allemaal met mijn nieuwe auto gedaan? ,,Ik heb hem nog niet gezien hé?'' probeert ze weifelend? ,,Komaan moeder, ge hebt nog gezegd dat het mijn plak niet was...'' Ze glundert.,,Ja, want gij had SM hé...(*)''
En we lachen nog wat met de verhalen van Pollà en hare petanque en ik zeg natuurlijk niet hoe ze naar haar informeerde. En ook niet dat ik de aanvechting heb doorstaan om aan Pollà te vragen:,,Leift aave vent nog?'' Eerlijk gezegd interesseert het mij niet. Maar als ze naast mij moest komen wonen dan ging ik verhuizen...
(*) Toen de beruchte rechter de SM in de actualiteit bracht heb ik op de parking van mijn toenmalige werkgever meer dan eens mogen horen ,,ah ja, gij zijt uit Mechelen hé?''
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten