Thuis is waar het zwembad staat

Thuis is waar het zwembad staat
Toen werd het zomer!!!

zondag 12 september 2010

Handtastelijkheden...

Het waren de vroege jaren vijftig. Twee grietjes in wit-blauw uniformpje en de onnozele spelletjes à la zakdoek leggen een beetje beu. Zo net voor de humaniora op de speelplaats nog pooompooohladdersjean(*) zingen terwijl we ons toch al een beetje groot voelden. Soms kwam meneer pastoor op de speelplaats en dan vlogen we op hem af, of hij voor ons een werkske had. Soms wel, soms niet, en Jeske en ikzelf konden het best smeken en mochten dan mee naar de kerk, naar de feestzaal of naar de zolder, al naargelang. En nu verwacht u zeker ongelooflijke onthullingen?
Natuurlijk moest ik er aan denken na het lezen van vier krantebladzijden viezigheid. En toch.
Eén karweitje herinner ik mij na zoveel jaren nog haarfijn: op het altaar, rond het beeld van Christus Koning, stond een stralenkrans van lampjes en die moesten af en toe afgeveegd of vervangen worden.
Neenee, meneer pastoor kroop op die steile ladder _ en ik vond hem toen al heel oud, maar dat kan een gedacht zijn_ en wij zagen vooral dat hij héél grote voeten had. Dan mochten wij de lampjes één voor één aannemen en in een doos leggen. Néé, wij mochten zelf niet op de ladder! Maar het spaarde meneer pastoor wel tien keren de ladder op en af.
Onze juf Hortense keek altijd bedenkelijk als we te laat terug in de klas waren. Zou zij gedacht hebben dat?...
Weer wat later, ik was een jaar of zestien en op kamp met de Chiro. We hadden een nachtspel op een kerkhof in de Ardennen (foei malief) georganizeerd en de leidsters hadden het geweldige idee om de vlaggenstokken met confituur in te smeren. Op het kerkhof was het aardedonker. Die nacht moest ik van een monumentale zerk klauteren (accoord, respectloos) en ik stond daar wat te wiebelen toen de proost ietwat aarzelend zijn hand uitstak om mij te helpen. En ze daarna meteen weer losliet. Het is al wat ik mij kan herinneren aan handtastelijkheden en je mag gerust weten dat ik véél bij pastoors heb gezeten.
Pas nu bedenk ik dat we ook nog Gerard hadden en dat die de Sterrekes(**) altijd eens vast pakte en dat ik, grote sleur, dan een beetje jaloers was. Dat vastpakken gebeurde overigens met pakweg honderd getuigen...
De hoger beschreven pastoors zijn dood en begraven, Gerard is een beetje dement. Ik hoop dat hij het in ,,zijne'' Standaard niet meer zal moeten lezen.
(*)Pomme d'or, pomme d'argent, la dernière reste dedans , Brussels kinderliedje
(**)Jongste Chiro-meisjes

1 opmerking:

Malief zei

Avec le recul du temps (5 jaar later): tja, Gerard was volgens een getuige ook niet koosjer maar dat verhaal zullen we maar laten rusten in de IJzervlakte. Naar verluidt liggen daar, dixit Eddewig, nog meer geheimen. Zoals eentje van Malief...