Weer een lieve mens naar de eeuwige jachtvelden vertrokken. Geen klokkengelui, geen wijwater en geen gezangen. Sinds haar geliefde het ietwat laconieke bericht mailde _waarmee hij een immens verdriet en een zucht van verlossing maskeerde_ heb ik al zoveel aan haar gedacht, zoveel over haar gepraat en zoveel over haar gedroomd dat mijn nabestaanden er allicht stillekes genoeg van hebben.
Bon, ze heette Denise (niet te verwarren met mijn liefste tante zuster uit Man bijt Hond) en ik zag haar hooguit één keer per jaar want ze woonde al lang in le grand Duché.
Ze was mijn nichtje en een halve wees _ haar mama stierf zeer jong en ze moest op pensionaat_ en soms kwam ze bij ons op bezoek. Ze was enkele jaren ouder dan ik en toen ik eens op haar voet trapte kreeg ik net géén mep, trok ze haar schoen uit, spuwde er op en begon frenetiek over haar schoen te wrijven. Ik heb er net geen trauma van overgehouden.
Dan gingen we wandelen met een buurmeisje (ook iets ouder en mijn beste vriendin) en Denise (was ze al twaalf jaar, ik twijfel) babbelde heel de tijd Frans met het buurmeisje. Ik liep er een beetje onnozel bij, verstond wel dat het over jongens ging maar tja? En toen ik iets vroeg zei ze: ,,Hemmek aa gevroegt ommei te goan?''. Het buurmeisje kneep bemoedigend in mijn hand. Ik snapte er niks van.
Kijk, nog enkele jaren later veranderde alles: ik was geen snotneus meer, we werden hartsvriendinnen. Ik heb warme brieven van haar uit mijn Leuvense tijd en ik keek geweldig naar haar op: ze was mooi, grappig, ze kon een prachtige chignon maken en geweldig dansen. Ik heb heel hard mijn best gedaan om haar na te apen. Ze vertelde mij over haar veroveringen en hoe kwaad mammy (haar stiefmoeder) was als ze laat thuis kwam. En niet eens zo lang geleden (in september vorig jaar), getekend door een hersenbloeding en een moeizame revalidatie vertelde ze mij kwansuis: wette nog, ho dakkik het vreuger oeit hem gange?
En ik ben Malief moeten worden om te snappen dat die kleine wees uit het pensionnaat zo stoer deed omdat ze maar een klein hartje had. Een vechtertje die mij enkele maanden geleden nog opbelde, opgewekt vertelde over de komende chemo's maar dat het allemaal wel ging lukken he? Soms sprak ze Frans en de Kadokes die in dezelfde kamer zaten vroegen mij achteraf waarom ik ineens Frans sprak. Misschien wel om niet te moeten vragen waarom mijn stem bibberde.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Enige rewriting doorgevoerd, ik moet nog leren dat ik kritische lezertjes heb...
Een reactie posten