Meestal woon ik in een stadje, bekend om zijn mottig kiesgedrag en dito dialect. Een van mijn voorhuwelijkse voorwaarden aan de Meester was dat onze kinderen het dialect nooit moesten leren, laat staan spreken. Zelf had ik als ingangsexamen ,,Het waaater staaat in de straaaten van de staaase tot aan et kloan semmenaare'' moeten memoriseren. Plus ,,Droa roai oare en n pjeiroeg'' (*) Hij moest ,,Zot kasuêl'' leren uitspreken, het troetelnaampje dat mijn Brusselse grootmoeder mij gaf. We bakten er geen van beiden iets van.
Het taalprobleem_ keurig spreken _ is een van de kleine wrijvingen in ons overigens al lang en redelijk gelukkig huwelijk. Als Vlaamse Brusselaar ben ik een konsekwente Vlaming: altijd AN gesproken in Brussel maar ook vlijtig mijn Frans geleerd, kwestie van de arrogante buurvrouw op gepaste wijze ,,mais vous avez tout a fait raison'' toe te fluisteren als ze weer eens jeremiëerde over geluidshinder zoals een piepende balançoir. Schommel dus.(**) Later hebben we op subtiele wijze wraak genomen en het ouderlijk huis aan (overigens heel keurige)Turken verkocht...
Maar eerst nog stijl achterover gevallen toen ik in mijn nieuwe vaderstad op een feestje van de plaatselijke high society door een van de notabelen als ,,uffra'' werd aangesproken en vervolgens ,,gèt slimme oegskes éh'' bij wijze van compliment over de coupekes gooide. Mijn preek achteraf over stijl en klasse heeft op de Meester nauwelijks indruk gemaakt. Maar ik mag niet klagen ,,Schat'' klinkt in zijn moedertaal properder dan mijn Brussels ekwivalent ,,Moêsjke''.
Wat de huwelijkse voorwaarden betreft heb ik gelijk gekregen. Maar 't heeft wel af en toe voor misverstanden gezorgd. Als opa ,,Langt het ammelaken, mijn bleûtjes en mijnen toebak'' commandeerde en Lottepoes mij met schrikogen interpelleerde. Of toen ze in het stedelijk ziekenhuis als tiener van een appendix werd verlost en door een knappe mannelijke verpleger met de beste zorgen omringd. Maar wat wil dat zeggen,, zedal afgegaan?''
Mijn Brusselse moeder vindt het geweldig dat de Marokkanen hier Vlaams met de lokale tongval spreken. ,,Allez zeg, en bij ons spreken ze Frans?'' Tja, en ze zijn op nog wel meer vlakken volledig geïntegreerd. Lottepoes noemt ze met het correcte woord ,,hangjongeren'' die hier achter de hoek iedere uitweg naar het centrum met hun aanwezigheid opfleuren. Maar ik heb er absoluut niets tegen, wel integendeel. Die jongens kunnen lezen _ ze spellen correct de initialen op mijn zonnebril en de logo's op mijn handtas _en roepen als kenners ,,hé, foxy lady'' en ik probeer niet in de lach te schieten.
Tot ik met de Kadokes voorbijwandelde. Rabarberrabarberrabarber en dan iets dat allicht Arabisch was maar dat ik interpreteerde als ,,Vivan Bomma''.
(*)Drie rauwe eieren en een paardenoog
(**)Boesjkamaree
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten