Thuis is waar het zwembad staat

Thuis is waar het zwembad staat
Toen werd het zomer!!!

woensdag 22 oktober 2008

Klussen en zingen

De schuifelende schilder is weer een tijdje verdwenen, tijd voor een variatie op stoffer en veger. Helaba, geen kwaad woord van mijn schuifelende schilder (schuifelend in de betekenis van fluitend), daarmee kondigt de vlees geworden discretie zijn aanwezigheid aan op ons uitgebreid grondgebied. De Kadokes konden hun ogen niet geloven. Dat was nu eens geen schele bierbuik waarvan je nooit wist of hij je bekeek dan wel op zoek was naar een asbak. De as deponeerde hij dan in zijn hemdzakje...
,,Geen kwaad woord over meneer D. commandeert de Meester, hij heeft mij vroeger heel veel uit de nood geholpen. '' Vergeten zijn de weken van zorgeloos jolijt voor onze Sammie die in onze omgeploegde keuken ineens een gigantische kattenbak ontdekte. (een leiding per abuus doorgezaagd, gevloerd in de vrieskou en mogen herbeginnen et j'en passe). Plus de eindeloze klappekes in het deurgat _ ik keek heel vies als hij rokend binnenkwam_, de jolige nogal insinuerende praat van een versierder-op-jaren, ik had er echt mijn bekomst van. Gelukkig (hihi) is hij bij zijn laatste klus door een trapleerke gevallen.
De nieuwe schilder dus. Niet met de noorderzon vertrokken maar even een grote klus gaan klaren in het Antwerpse en dan komt hij terug. Net tijd genoeg voor ons om eens uit te slapen, ongeneerd lang op het toilet je krant te lezen of keihard je Leonard Cohen door de boxen te jagen. Want er kon altijd een buur-lastigaard binnenvallen via de garage om de schildersauto een paar centimeters te verplaatsen.
Toen ik Kadoke2 zo intensief, handjes op de rug, naar de schilder zag staren had ik ineens een déjà vu. Ik ben het aan Bomama gaan vragen en jawel: ik was ook zo'n liefhebber van een schilder. Hij heette René en ik ging altijd bij hem zitten als hij aan het werk was. God ja, nu weet ik het weer. Hij vertelde het bewonderende mini-maliefje over zijn bezoek aan de Paus waar hij een medaille had gekregen omdat hij een kindje uit een brandend huis had gered. Ik geloofde het allemaal en ik zal ook een jaar of zes geweest zijn.
Wat mij naadloos bij het volgende brengt: die Kadokes zullen het, tenminste als ze mijn geheugen hebben, later ook nog allemaal weten. Zo ben ik met de Meester en de Kadokes naar het graf van hun voorouders gegaan. En ik heb er met mijn zakdoek de dennenaalden van het graf geveegd en verteld over die opa. En dat ik zeker zo geen graf wil maar een kaske in de muur, proper en wel.
Terug thuis heb ik Leonard nog eens laten schallen. Een nieuwe dimensie sinds ik hem vorige zondag -in-het-echt zag. Vooral zijn magere knietjes en benige handen deden mij aan mijn schoonvader-zaliger denken. Al was hij meer voor schallende koren en bronzen harten.
En toen kwam de schilder weer en zei ,,schoen hé, maar als ge nen hiele cédé hoert zoude wel in sloap valle''. En dat hij meer voor Jerry Lee Lewis was ,,en das oek van onzen tijd''.
Maar een kind heeft hij nooit uit een brandend huis gered.

Geen opmerkingen: