Het was halfweg de jaren negentig in Milaan. Het defilé van Dolce& Gabbana begon zoals gewoonlijk met veel vertraging. En toen kwam een schitterend koppel binnen. Ze streken op pakweg tien meter van mijn zitje aan de kop van de catwalk neer en bzzzbzz: het nieuws werd prompt rondverteld. Dat was Whitney Houston en haar man Bobbi Brown. Ik zal maar eerlijk toegeven dat ik daarna nog nauwelijks naar de kleren op de catwalk heb gekeken.Maar ik had wel een verhaal...
Wat een acteerprestatie: ze hield haar schat stevig vast als een trofee, hupte ondertussen met één (lang, mooi) been op en neer op de tonen van de muziek (haar songs) en etalleerde een sprookjesversie van huisje weltevree. Terwijl de schat in kwestie geïnteresseerd naar de catwalk keek.
Het was de tijd dat de zitjes net voor de catwalk vaak bestemd waren voor de ,,sterren''. Tina Turner, Catherine Deneuve, Georges Clooney, Jean-Claude Van Damme, Eros Ramadinges(*), een keer zelfs met Ray Charles die een aangrijpende ,,Georgia '' bracht en dan als een sukkelige hond door een langbenige stoot naar de coulissen werd gesleept. Gelukkig zag hij het zelf niet...
De rest van Whitneys ondergang zal morgen wel uitgebreid in de kranten staan. Ik zag toen al een onzeker meisje dat hengelde naar liefde en respect.
Waarom heb ik vandaag al zoveel aan ons Minneke moeten denken?
(*)Met dinges bedoel ik nog een rist andere Bekende Mensen die hier nauwelijks ter zake doen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten