Nu heeft Malief in dit rubriekje al vaker de avonturen met buurman Mo besproken en dat het geen fraaie mens was, tja, dat was de oprechte waarheid. Vandaag moeten we iets anders vertellen...
Terwijl de gedienstige (huhu) Augustine in ons stulpje de spinnen en ander ongedierte (na een maand afwezigheid) achterna zat met een (smerige) ragebol was Malief naar het eerste verdiep gevlucht. Pure lafheid, kwestie van zich niet druk te maken over de natte bladeren die de Congolese hulp met veel tamtam...en mijn dierbare Dyson opslurpte. (Moet je daarna eens proberen al die plakkerige boel uit je zakloze stofzuiger te halen, maar soit...)
Malief dus naar het voormalige bureau van de Meester waar het fijn vertoeven is midden pakken foto's en andere souvenirs. Tot een intens krakend en kloppend lawaai toch wel voor enige onrust zorgde?
Raampje open en jawel, daar was een ,,meneer van 't stad'' al de ongewenste plantengroei van tussen de stoep aan het schrapen. Nu was Malief absoluut niet van plan om zelf al die lieflijke bloemetjes, besmeerd met hondenpoep, zelf af te graven, dus met een big smile werden nog wat oude souvenirs uit Bomama's doos bekeken. Tot haar geweten sprak: zou die meneer geen dorst hebben? Moest dan wel door de natte gangen van Augustine, maar soit. Trok dus het raam open, leunde naar buiten en ging net roepen of meneer dorst had. Maar toen stond daar Mo, in lang wit gewaad, (gestolen van een Iman?) die op een tafeltje allerlei schotels met inhoud presenteerde aan de noeste stoepschraper.
Mogelijk was die uitslover familie, maar nee, die mag niet drinken voor zonsondergang. Einde verhaal: Mo kan dus ook héél lief zijn, maar dat wisten we al...
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten