Thuis is waar het zwembad staat

Thuis is waar het zwembad staat
Toen werd het zomer!!!

zondag 28 juni 2009

Ge moeit ni beudele...

Ruim een halve eeuw geleden. Ze dachten in M dat ik met het Meesterke en onze Poiche op vakantie kwam. We deden ook een beetje uitgelaten maar de waarheid was minder leuk. Onze mama(1) had tbc gekregen en Meesterke kwam ons ,,afzetten'' bij de grootouders. Tot ze weer beter was.
Hoewel ik nog klein was _ derde leerjaar_ lijkt het alsof het gisteren was. Logeren bij die grootouders die zo anders waren dan die van Brussel. Bij meter en bompa Brussel zat ik zo graag op de schoot, bij ,,Vader en Moeder'' herinner ik mij de eindeloze namiddagen rond de Leuvense stoof. Vader zette zijn klak af, Moeder vouwde haar handen, Poiche en ik zaten op een voetbankje. En toen begon de Rozenkrans. En de akten, en een reeks aanroepingen waarvan ik nog alleen de ,,Ivoren Toren'' heb onthouden. En daarna de ,,intenties''. Voor een ,,gelukzalige dood'' (2) is er een die ik nog onthouden heb.
Streng maar rechtvaardig, ze hadden acht kinderen grootgebracht. Als ik de Kadokes hier nu bezig zie dan denk ik aan de tijd toen ik zat te wachten tot de doos klontjessuiker leeg was. Joepie, karton om op te tekenen.
Gelukkig waren er de ,,Tainkes'' in dezelfde straat. Tainke Matil die een dochter had die zich nog net vergewaardigde om met zo'n snotneus als ik poppenkast te spelen (terwijl ik veel liever oude Humoradio's ging lezen, enfin, de stripjes van Dientje en Waldo die droomde van een buitenboordmotor, maar wat was dàt?) en die Tainke besefte dat ik verging van heimwee. Tainke Matil heeft mij toen meegenomen naar Brussel om ons mama te bezoeken. Slik, ik mocht haar niet kussen... LieveTainke Matil, soms mocht ik bij hen logeren, en ze had de gewoonte om 's avonds in haar bed een paternoster te bidden(3) en ze is al bijna twee jaar met een kruisje achter haar naam.
En dan was er nog Tainke Bertin. Ik zou haar omschrijven als ,,geen gezever'' en dat was ook nodig om haar kroost in de pas te houden. Alle deugnieterij die ik in de ,,jongensboeken'' zag beschreven heb ik hen wel zien uithalen, en raar maar waar, Vader en Moeder heb ik nooit horen klagen als ze hun keuken vol bloem, kaarsen, eieren en vet achterlieten. Keek deze stadsmus met grote ogen...
Het was een huishouden waar werd gelachen, een apart soort humor. Zo kwam haar echtgenoot op een Nieuwjaar (Kerstmis, Sint Niklaas???) met een grote wasmand van de trap met haar cadeau. Zo zwaar was het cadeau. Ik stond met open mond te kijken toen bleek dat in de wasmand een mooi verpakt polshorloge stak...
Tegen mij, naar goede familietraditie, geen flauwekul. ,,Ah, da is de Brusselès. Pas op da ge nie valt op de braa(4)?'' Schrikogen, wat was dat? En ook wat geïntimideerd. Maar toen sprak ze de verlossende woorden: ,,Ge moeit ni beudele kinneke.(5)'' En ze veegde het haar uit mijn ogen en het zeepsop van mijn knie... Daar zal ik zaterdag aan denken als ze niet ver van het Meesterke voor altijd gaat rusten.
(1)Goed hersteld, vandaag bijna negentig...
(2) Gelukzalige dood, voor Vader dan toch, hij stierf ruim 90, onder de bloeiende perenboom.
(3) Geboortebeperking anno 1950 denk ik.
(4) De braa is een stoep.
(5) Ge moet niet huilen, kindje.

Geen opmerkingen: