De Brusselse taal is wonderzoet. Of toch: je moeders' taal. Ik was de uitdrukking helemaal vergeten, en gisterennamiddag glipte ze ineens uit mijn mond. Ons moeder had de ritantik...
Scènes uit het leven van een negentigjarige. Als ik haar genen heb geërfd _ en die van haar moeder_ dan staat het mij misschien ook nog te wachten. Ondertussen heb ik vooral medelijden met haar. En niet altijd evenveel geduld.
Het begon allemaal met ,,een operatieke''. Een vervelende bobbel op haar hals die de huisarts probeert in te tomen. Woensdagmorgen dus ook. Als ik binnenstap hoor ik een dreinend stemgeluid, als een kind dat niet in slaap geraakt. ,,Wel?Wat is er aan de hand?'' En jawel hoor: ,,Ziek, ziek, en zier zier en den doktoor en zier en ik zén nie goed hé''. Ogen toe en kreunen. Ik voel mijn tikker een slag overslaan, sta op punt om de dokter op zijn (stiekem gekregen ) gsm te bellen(*) maar ga toch eerst wat informeren. De verpleging weet er van: er is een stukje uit het bolleke gehaald. Maar ze is vanmiddag toch gaan eten en ze heeft niets gezegd?
Volgend bedrijf: ,,Make, ge hebt de verpleegster niet gezegd dat ge pijn hebt? '' Nee, eigenlijk was het geen zeer, maar ziek, ziek, zo ziek. En dat had ze aan Jeanneke gezegd, de tafelgenote. Want iemand anders ziet ze niet...(en die had gevraagd of ze naar de kliniek was geweest want afijn, een operaase. Wel ja, en paniek, paniek natuurlijk. Was het eigenlijk wel een doktoor die het had gedaan?)
Volgend bedrijf: de verpleegster stapt binnen met pijnstiller. Nee, pijn had ze niet. Er wordt een bloeddrukmeter boven gehaald. Ze geeft de verpleegster aanwijzingen hoe ze het moet doen (sic) en waar ze gewoonlijk 12-8 heeft is het nu 16. (ik wil niet te nadrukkelijk kijken...)
Er komt al minder gekreun uit, ik krijg orders om die jas op een stoel te hangen. Terwijl de verpleegster op haar knieën naast haar zit en haar arm streelt steek ik een discours af over haar zenuwen en of ze nog wist hoe Meter vroeger... en als wij ons iets inbeelden dan voelen wij ons ziek zoals toen ik dacht dat ik appendicit had omdat een nichtje die operatie zo goed had beschreven en dat ik toen al in Leuven zat en dat het niks was. Er wordt wat gegrinnikt. En dat zij ons toch ook altijd moest geruststellen en dat het dan over was? De verpleegster staat recht, roept in haar oor dat ik een zeer wijze dochter ben (jaja) en verlaat het toneel...
'' Wat is die hier nu komen doen?'' vraagt ze nogal vrank. Ha ja, mijnen bloedruk. En ik begin te tetteren over Bas de Beagle en de loopwedstrijd van haar achterkleinkinderen en de groeten van Mona en die haar zuster en haar achterkleinzoon die voetbalwedstrijden arbitert. Ik slaag er in om hun verwantschap met Minneke te ,,vergeten''. En ze lacht en zegt ,,allez, da's goed''. Maar wa haddekik na? En dan floept het er uit ,,moeder, ge had de ritantik''. Ze begint smakelijk te lachen.
Een paar uur later wandelt ze (na enig aandringen) als een grote naar beneden. Maar alleen om een tas melk te drinken...
(*)Vorige week vertelde de huisarts mij nog dat zijn moeder hem twee keer na elkaar belde om dringend te komen voor buikpijn. En omdat ze zo aandrong ging hij dan maar en nam zijn kleindochter mee. Bij het zien van de kleindochter was de buikpijn over. Bij die gelegenheid gebruikte hij de uitdrukking ,,kloan joeng''. Gewoonlijk spreekt hij met mij A.N.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten