Thuis is waar het zwembad staat

Thuis is waar het zwembad staat
Toen werd het zomer!!!

zaterdag 21 april 2018

WIJ WAREN ER BIJ!

Weet je wat nogal vervelend is als je een dagje ouder wordt? Neenee, niet de stramme knie, maar de wijsheden die sommigen debiteren met verhalen die ze ,,van horen zeggen'' hebben. Nu zijn die bronnen natuurlijk niet altijd onnozelaars, maar als je een ,,straf verhaal'' vertelt moet je alles vertellen.
Zo las Malief vandaag in de krant dat een historicus gespecialiseerd in de geschiedenis van Congo een verhaal vertelt over Expo 58 en hoe de Congolezen daar vernederd en beschimpt werden.
Helaas, een klein beetje waar: er was een exotisch dorpje nagemaakt waarin enkele authentieke Congolezen  allerlei dagelijkse bezigheden toonden. En tja er zijn van die idioten die dat héél grappig vinden als ze dan broussegeluiden maken en bananen gooiden naar de ,,inboorlingen''.
In 1958 waren  we met drie hartsvriendinnen , 14 en 15 jaar, na schooltijd vaste bezoekers aan de Expo. We woonden immers op wandelafstand en hadden een abonnement!
Natuurlijk hoorden we ook van ,,het schandaal '' maar ik kan mij niet herinneren er nog iemand te hebben zien maniok stampen of wat dan ook. Uit eerlijke schaamte werd dat ,,dorp'' meteen gesloten.
Maar dat was niet de enige Congolese aanwezigheid op Expo58 en daar hebben wij, vrolijke grieten met genoeg kennis van het Frans, een hele zomer van genoten.
We begonnen met de ,,Katholieke Missies'' en werden dikke vriendjes met soeur Edith , soeur Speciosa en mère Madeleine. Ze kwamen bij ons thuis en toen ze na zes maanden terugkeerden naar Bunia kregen we veel knuffels. En de jongens tekenden iets in onze ,,Poëzie''
Maar er was ook het officiële paviljoen van Congo. En daar maakten wij kennis met (knappe, jaja) studenten van de ULB die politieke wetenschappen studeerden en uitkeken naar onze komst...om een beetje te babbelen. Een van hen huwde later met een meisje uit Mechelen en hij werd staatssecretaris in Congo.In lange brieven beschreef hij mij later hoe Congo na de onafhankelijkheid welvarend zou worden.
En dan was er nog de categorie ,,Force Publique'' waar, zo bleek later, meneer Mobutu bij zat. Ik kan het nu wel vertellen, (mijn pa mag zijn ogen toe doen): niet zo geschikt voor schoolmeisjes...
Maar we waren wel goed gek van de Troubadours van Koning Boudewijn en ook met een aantal van hen (de jongsten hoor) werden we goede vriendjes.
Wat wil ik hiermee bewijzen? Dat op Expo58 echte vriendschapsbanden werden gesmeed. Zelfs twee  van de zangertjes stuurden mij twintig jaar later nog kaartjes. (die bezorgde ons mama mij...omdat ze naar Brussel werden gestuurd)
Enkele jaren geleden ontdekte ik dat één van de zangertjes ondertussen professor was aan de universiteit van Gent. Ik stuurde hem een mail en jawel, hij ,,kende ons nog''. Helaas, toen ik mijn vroegere ,,strijdmakkers'' niet kon bereiken voor een ,,reunie'' ging dat niet door.
Besluit: een lade vol brieven van mijn Congolese vriendjes, en  met de hand gevlochten korfjes van soeur Edith hebben mij overtuigd dat Expo 58 wél nog iets anders was dan een racistisch verhaal.

PS.De auteur is verbonden aan het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika. Hij kreeg zijn informatie van redactiemedewerkers van Présence Congolaise,een dagblad voor de katholieke Congolese élite...waarin deze getuigen in augustus 1958 hun gal spuwen over het ,,negerdorp''..
Betrouwbare getuigen? Het ziet er naar uit dat we het hen niet meer kunnen vragen.





Geen opmerkingen: