Thuis is waar het zwembad staat

Thuis is waar het zwembad staat
Toen werd het zomer!!!

dinsdag 8 september 2009

Oude vrouw, zwijg!

Het mooie weer heeft mij de jongste weken herhaaldelijk naar onze stedelijke Kruidtuin gejaagd, kwestie van nog een streepje zon te halen. De gigantische boom in onze tuin wordt immers pas volgende week geveld, maar dit terzijde. En zo komt het dat ik, helemaal tegen wil en dank, een beetje teveel geconfronteerd wordt met mijn veelsoortige stadsgenoten.

Meestal zit ik er alleen maar te lezen op een harde bank en probeer ik niet te kijken naar de jongelui die de eenden, kippen en hanen de daver op het lijf jagen. Mijn gezelschap op de aanpalende bank is tachtig plus en vraagt of het ,,ne schonen boek'' is. En dat hij graag Abraham Hans leest. Goed toch? Maar er is meer.

Terug naar school, en wat lopen er ineens veel hoofddoeken door de ,,botaniek''. Mij niet gelaten maar je moet wel gek zijn om zwart verpakt in 30 graden rond te lopen. En dan zijn er ook meisjes met lang zwart haar _ ik zou niet kunnen zeggen van welk continent_ die er flink de pas in zetten. En een would-be Casanova die hen achterna holt en met een gemelijke grijns zijn hand in hun nek steekt en in hun haren roefelt. De meisjes vertrekken geen spier, stappen door. Wat later ligt de Casanova met bloot bovenlijf in mijn gezichtsveld te zonnen. Ik word een klein beetje kwaad. Dit is niet eerlijk.

Dan neem ik de stadsbus naar Bomama. Een ervaring. Ik ben de enige Europeaan en vind op de zeer slingerende bus nog een plaatsje rechtover een bejaarde met sik, mutsje en djellabah. De man kijkt mij in de ogen en groemmelt iets. Ik voel mij een publieke zondares hoewel alleen mijn tenen bloot zijn.

De hoofdvogel heb ik gisteren afgeschoten. Met de Kadokes en de Meester tevoet dwars door de stad die overspoeld wordt door fietsende jongeren. Voor de uitgang van het atheneum worden Kadoke2 en ikzelf fors gestompt door een dikkerdje van een jaar of veertien die blijkbaar pas heeft leren fietsen. Ik zeg iets als ,,Hela manneke, voorzichtig hé?'' en krijg een smerige blik cadeau.

Twee straten verder: het ventje was blijkbaar zijn weg kwijt geraakt, we worden weer ingehaald en dit keer belanden voetgangers Malief en Kadoke2 bijna tegen een huisgevel. Ik heb iets geroepen. Van ,,godverdekke joeng'' of zo. En toen riep die kwiet iets terug. ,,Wat zégt die, Malief'' klinkt het verontwaardigde Kadoke. En tegen Meester die voorop liep met de kleinzoon: ,,Wat riep die naar Malief? Oude vrouw ZWIJG?''.

Toen dacht ik:,,Och, dat manneke heeft gewoon een bril nodig ...'' Maar hij heeft wel potentie om een goeie Iman te worden.

Geen opmerkingen: